EcologieBodemZonnige, open plaatsen op vochtige, voedselrijke tot zeer voedselrijke grond (leem, zavel, klei, stenige plaatsen en soms op zand).
GroeiplaatsMoestuinen, akkers, bermen, omgewerkte grond, braakliggende grond, ruigten, plantsoenen, langs spoorwegen (spoorwegterreinen, schouwpaden en perrons), langs grindpaden, oude muren en dijken.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandVrij algemeen, maar vrij zeldzaam in Zuid-Limburg, Twente, in de Achterhoek, zeldzaam op de Veluwe, in Drenthe en in Zuidoost-Fryslân.
VlaanderenVrij algemeen, maar zeldzamer op zandgrond.
WalloniëVrij algemeen, maar zeldzaam in de Ardennen.
WereldOorspronkelijk uit het Middellandse-Zeegebied. Nu in alle werelddelen, in hoofdzaak in gematigde streken.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurBendiksby, M., A.K. Brysting, L. Thorbek, G. Gussarova & O. Ryding. (2011) Molecular phylogeny and taxonomy of the genus
Lamium L. (
Lamiaceae): Disentangling origins of presumed allotetraploids.
Taxon 60(4): 986-1000
Kops, J. & H.C. van Hall (1836) Lamium amplexicaule - Stengomvattende Doovenetel
Flora Batava 7: 493-493
Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 3:
92Flora Batava 07:
plaatHeukels' Flora van Nederland, 23e ed.:
503Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
612Nederlandse Oecologische Flora 3:
160Nederlandse Oecologische Flora 3:
162Wilde-Planten.nl:
paginadeze soort in de Zadenatlas van Nederland Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Bladeren De bladeren zijn vrij diep gekarteld. De onderste bladeren zijn rond tot eirond en gesteeld. De bovenste bladeren hebben geen steel, zijn niervormig en min of meer stengelomvattend. Deze bovenste bladeren sluiten met tweetallen schotelvormig aan elkaar.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De schijnkransen staan vrij ver uit elkaar. De bloemen zijn roodpaars, 1,4-2 cm en met een rechte kroonbuis, die meestal ver uit de kelk steekt. Van binnen ontbreekt een haarring. De kelk is zacht behaard. De kelktanden staan na de bloei rechtop of ze buigen iets samen.
Vruchten Een splitvrucht. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.