EcologieBodemZonnige tot vaak licht beschaduwde, open plaatsen op matig vochtige, matig voedselarme tot zeer voedselrijke, stikstofrijke, basische, kalhoudende, omgewerkte, humeuze grond.
GroeiplaatsZeeduinen (struwelen en duinbosranden), heggen, bosranden, ruderale plaatsen, langs dorpswegen, bij mesthopen, ruigten (humeuze ruigten), dijken en aan de voet van kalkhellingen.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandZeer zeldzaam in de kalkrijke duinen, langs de Maas in Noord- en Midden-Limburg en in Zuid-Limburg.
VlaanderenZeldzaam in de duinen. Elders zeer zeldzaam.
WalloniëZeer zeldzaam. Achteruitgaand.
WereldOorspronkelijk uit Midden-Azië en Oost-Europa. Nu in de gematigde streken van Europa, Azië en Noord-Amerika.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurCortenraad, J. (1995) Uit de flora van Limburg. Aflevering 38.
Natuurhistorisch Maandblad 84: 82-84
Junge, G.C.A. (1924) Leonurus cardiaca var. B. Abrom et Scholz.
De Levende Natuur 28: 319-319
Kobus, J.D. (1866)
Flora van Wageningen en aangrenzende gemeenten. A. Ophorst, Wageningen
Kops, J. (1822) Leonurus Cardiaca - Gemeen Hartsgespan
Flora Batava 4: 263-263
Loos, G.H. (1995) Bestimmumgsschlüssel für die
Leonurus cardiaca-Gruppe in Deutschland.
Floristische Rundbriefe 29: 30-33
Mennema, J. (1968) Een merkwaardige
Lamium maculatum L.
Gorteria 4: 100-103
Sloff, J.G. & J.L. van Soest (1939) Het fluviatiele district in Nederland en zijn flora II.
Nederlandsch kruidkundig archief. Serie 3 49: 268-306
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De rechtopstaande stengels zijn meestal vertakt.
Bladeren De bladeren zijn van boven donkergroen en van onderen lichtgroen. De onderste bladeren zijn vrij rond en handspletig met vijf tot zeven getande of ondiep gelobde slippen. Ze hebben een hartvormige voet. De bovenste bladeren zijn eirond tot langwerpig en hebben een wigvormige voet. Meestal zijn ze ondiep drielobbig.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen groeien dicht opeen in kransen langs de stengel. Ze zijn roze, soms met paarse vlekken. Ze zijn 0,8-1,2 cm lang. De bovenlip is op de rug sterk behaard. De kelk heeft vijf nerven, is klokvormig en heeft genaalde tanden. De beide voorste tanden zijn naar beneden gekromd.
Vruchten Een splitvrucht. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.
De bloeiperiode is dit jaar 1 dagen later dan het langjarig gemiddelde.