EcologieBodemHalf tot licht beschaduwde plaatsen op droge tot matig vochtige, matig voedselarme, stikstofarme, zwak zure tot zure grond met een vrij slecht verterende strooisellaag (zand en leem, soms op veen). Hengel is een halfparasiet die als gastheer voornamelijk Zomereik en Ruwe en Zachte berk heeft, maar ook wel bosbessen.
GroeiplaatsBossen (open plekken in loofbossen en langs bospaden), kapvlakten, bosranden, struwelen, houtwallen, zeeduinen (duinbos), grazige vegetaties onder bomen, beschaduwde bermen en heide.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandPlaatselijk vrij algemeen in het oosten en midden van het land en vrij zeldzaam in Zuid-Limburg. Elders zeer zeldzaam, o.a. in de Hollandse duinen. Niet in Zeeland, het noordelijk zeekleigebied, op de Waddeneilanden en in Flevoland.
VlaanderenVrij algemeen in de Kempen. Elders zeldzamer.
WalloniëVrij algemeen in de Ardennen. Elders zeldzamer.
WereldEuropa, behalve in het meest zuidelijke deel. Ook niet op IJsland. Oostelijk tot in Midden-Siberië.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurKops, J. & H.C. van Hall (1844) Melampyrum vulgatum - Geelbloemig Zwartkoorn
Flora Batava 8: 599-599
Masselink, A.K. (1980) Germination and seed population dynamics in Melampyrum pratense L.
Acta botanica neerlandica 29: 451-468
Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 2:
209Flora Batava 08:
plaatHeukels' Flora van Nederland, 23e ed.:
520Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
633Nederlandse Oecologische Flora 3:
226Wilde Planten 1:
141Wilde-Planten.nl:
paginaAfbeelding in de Zadenatlas (Digital Plant Atlas) Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De vierkantige stengels hebben boogvormig opstijgende zijtakken en een iets voorover hangende top.
Bladeren De bladeren zijn eirond tot lijnvormig-langwerpig. Ze hebben een gave rand, zijn donkergroen, 3-6 cm lang en tot 3½ cm breed. De schutbladen hebben vaak aan de voet enkele grove, smal driehoekige, afstaande tanden. De onderste meestal met een gave rand.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloeiwijze is naar één kant gekeerd en trosvormig. De kelktanden zijn veel korter dan de kroonbuis. De bloemen zijn geelwit, 1½-2 cm en met een rechte kroonbuis. De keel is meestal gesloten.
Vruchten Een doosvrucht. De vruchten springen langs één kant open. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.