Ecologie & verspreiding Hennepvreter staat op open en zonnige, matig voedselrijke, kalkhoudende, zwak basische, stikstofrijke, matig droge tot vochtige, min of meer bemeste zandgrond. De meestal eenjarige parasiet stond vooral in braakliggende akkers of akkers waar Tabak en Hennep verbouwd werd maar werd ook aangetroffen op Tomaat en andere leden van de nachtschadefamilie. De soort stamt uit West-Azië, Noord-Afrika en Zuid- en Midden-Europa. Ze is elders in Europa al eeuwenlang ingeburgerd en er worden vermoedens uitgesproken dat ze eigenlijk uit Centraal-Azië afkomstig is. In Nederland is de soort uitgestorven en werd voor het laatst aangetroffen in 1928 bij Apeldoorn. Recent is ze uitgezaaid in de Botanische Tuin van de universiteit van Utrecht en handhaaft zich daar goed. De soort is bij ons verdwenen door het staken van de Tabak- en Hennepteelt. De soort is onmiskenbaar door zijn vertakte, geel- tot blauwachtige stengels, de aanwezigheid van 2 steelblaadjes en de blauwachtige of paarsige bloemen. CC-BY-SA 3.0 René van Moorsel, 2015

Ecologie

Bodem
Zonnige, open plaatsen op matig voedselrijke, matig droge grond. Hennepvreter woekerde vooral op Tabak en Hennep.

Groeiplaats
Akkers (tussen Tabak en Hennep).

Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL

Verspreiding

Nederland
Voor het laatst in het wild aangetroffen in 1928 bij Apeldoorn.

Vlaanderen
Vroeger zeer zeldzaam. Voor het laatst gevonden in 1923. In 2000 werd de plant nog eenmaal als adventief aangetroffen (Willebroek).

Wallonië
Vroeger zeer zeldzaam. Al voor 1930 verdwenen.

Wereld
West-Azië, Noord-Afrika en Zuid- en Midden-Europa. Ingeburgerd elders in Europa (zeer zeldzaam in de Duitse Eifel), Afrika en Noord-Amerika.

Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL

Ecologiebron: Botanisch Basisregister (met aanvullingen)
Biotoopvoorkeur:	voedselrijke akkers
Levensduur:	éénjarig
Levensvorm:	therofyt
Bloeitijd:	juli - oktober

Literatuur
(Anoniem) (1917) Orobanche ramosa. De Levende Natuur 21: 474-474 

Pagina's in standaardwerken

Atlas van de Nederlandse Flora 1: 159

Heukels' Flora van Nederland, 23e ed.: 523

Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.: 638

Wilde-Planten.nl: pagina

Afbeelding in de Zadenatlas (Digital Plant Atlas)

Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra

Stengels De stengels zijn vertakt, geel- tot blauwachtig en klierachtig behaard. Bladeren De schubbladen zijn eirond tot langwerpig en toegespitst. De schutbladen zijn even lang dan de kelk. Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen zijn iets paarsig of blauwachtig met een witachtige voet. Ze zijn 1-2,2 cm en klierachtig behaard. De kroonbuis is ingesnoerd en heeft aan beide kanten twee  steelblaadjes. De kelk heeft vier  eironde tot smal driehoekige tanden. De mMeeldraden zijn niet of alleen aan de voet iets behaard. De stempel is wit of bleekblauw en weinig klierachtig behaard. Vruchten Een doosvrucht. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL

Kenmerkenbron: Botanisch Basisregister (met aanvullingen)
Hoogte:	0,15-0,50 m.
Bloemkleur:	geel met paars
Type vrucht:	doosvrucht
Kleur van de vrucht:	Onopvallend
Geslachtsverdeling:	tweeslachtig

Atlasblokken met waarnemingen
Het aantal atlasblokken (5x5 km) waarin de soort is gemeld binnen een periode van vijf jaar (vanaf 1980) of twintig jaar. Niet gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en het aantal doorgegeven waarnemingen kan sterk variëren per periode, dus een trend in verspreiding kan hier niet direct uit worden afgelezen. Het opgegeven jaartal is het eerste jaar van de periode. Bron: gevalideerde waarnemingen uit de NDFF.
© FLORON & NDFF

download hoge resolutie