Ecologie & verspreiding Draadklaver is één van de kleine geelbloeiende klavertjes van open plekken in kort gegraasd grasland op kalkarme zand- of kleigrond. Het bloemhoofdje is armbloemig en heeft meestal niet meer dan vijf gesteelde bloempjes. De individuele bloemsteeltjes zijn even lang of langer dan de kelkbuis. De nauwelijks gesteelde deelblaadjes zijn ongeveer even lang. Dit in tegenstelling tot de Kleine klaver, waar het middelste steeltje langer is dan de beide andere. Steunblaadjes zijn bij Draadklaver langwerpig; bij Kleine klaver meer eirond. De verspreiding is hoofdzakelijk beperkt tot de kuststrook. In het noorden van het land komt (kwam?) hij vooral voor op zeedijken en wist hij zich ook na dijkophoging te handhaven. Het lijkt er echter op dat de soort sinds 2000 drastisch is afgenomen (van 31 naar 13 atlasblokken). Maar dat kan ook een gevolg zijn van minder gerichte inventarisaties. De ervaring op de door schapen begraasde zeedijken in het noorden van het land leert dat Draadklaver na enige oefening op bloemkleur is te onderscheiden van de meestal vaker aanwezige Kleine klaver. Gericht zoeken op geschikte groeiplaatsen (oude dijken, zeedijken) zou meer vindplaatsen kunnen opleveren!
CC-BY-SA 3.0 Egbert de Boer, 2015
|
EcologieBodemZonnige, open plaatsen op vochtige, matig voedselrijke, kalkarme grond (zand, sterk uitgeloogde klei en stenige plaatsen).
GroeiplaatsDijken, zeeduinen (duingrasland en lage duintjes), grasland (weiland, hooiland, laagblijvend grasland en intensief beheerde gazons), bermen, oorlogsbegraafplaatsen (Vlaanderen), glooiingen, karrensporen, braakliggende grond, waterkanten (langs veedrinkpoelen), duintjes aan de dijkvoet (langs het IJsselmeer) en rivierduinen langs de Maas.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandZeldzaam in de duinen, in Zeeland en langs de Friese kust en zeer zeldzaam in het rivierengebied.
VlaanderenZeldzaam, maar plaatselijk vrij algemeen.
WalloniëVroeger op een paar plaatsen in het Brabants district.
WereldRondom de Middellandse Zee en West-Europa. Noordelijk tot in Zuid-Noorwegen.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuurde Visser, A. (1966) Een nieuwe groeiplaats van
Trifolium micranthum Viv.
Gorteria 3: 1-2
Gevers Deynoot, P.M.E. (1853) Trifolium filiforme - Draadvormige Klaver
Flora Batava 11: 823-823
Gonggrijp, S. (2018) Campingadventieven.
Planten 7: 4-5
van der Ploeg, D.T.E. (1964) Enkele floristische aanwinsten voor de Zuidwesthoek van Friesland.
Gorteria 2: 61-63
van der Ploeg, D.T.E. (1966) Nogmaals
Trifolium micranthum Viv.
Gorteria 3: 48-48
van Ooststroom, S.J. (1968) Over het voorkomen van
Trifolium micranthum Viv. in Nederland.
Gorteria 4: 109-113
Verloove, F., S. Gonggrijp, P. Van Vooren, B. Mortier & R. Barendse (2020) Campsites as unexpected hotspots for the unintentional introduction and subsequent naturalization of alien plants in Belgium and the Netherlands.
Gorteria 42: 66-107 [overzicht van campingadventieven die in de periode 2015-2019 in België en Nederland zijn aangetroffen]
Westhoff, V. & C.G. van Leeuwen (1962)
Catapodium marinum (L.) Hubbard,
Scirpus planifolius Grimm en
Trifolium micranthum Viv. op Goeree.
Gorteria 1: 33-38
Zijlstra, G. (1972) Eeen tabel ter determinatie van klaversoorten op vegetatieve kenmerken.
Gorteria 6: 27-34
Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 2:
302Heukels' Flora van Nederland, 23e ed.:
370Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
350Nederlandse Oecologische Flora 2:
142Wilde Planten 1:
33Wilde-Planten.nl:
paginadeze soort in de Zadenatlas van Nederland Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De kale, liggende of soms opstijgende stengels worden een paar cm tot enige dm lang en liggen meestal in een kring uitgespreid op de grond.
Bladeren De bladeren zijn zeer kort gesteeld. De deelblaadjes zijn omgekeerd eirond of hartvormig en aan de top min of meer afgeknot. Alle drie deelblaadjes hebben vrijwel geen steel. De steunblaadjes zijn langwerpig, zowel naar de voet als naar de top versmald en nauwelijks vergroeid met de bladsteel.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen vormen schermvormige bloeiwijzen op draaddunne, gekromde stelen met twee tot zeven (zelden tot twallf) bloemen. De steeltjes van de afzonderlijke bloemen zijn ook draadvormig en bijna even lang als de bloemen zelf. De oranjeachtig gele, later geelbruine en nog later bijna kleurloze bloemkroon is 2-3 mm. De vlag is bootvormig en nauwelijks langer dan de andere kroonbladen.
Vruchten Een doosvrucht. De peultjes zijn eivormig en bevatten één of twee zaden. Ze zijn waaiervormig teruggeknikt aan één kant van de bloeiwijzesteel. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Atlasblokken met waarnemingen
Het aantal atlasblokken (5x5 km) waarin de soort is gemeld binnen een periode van vijf jaar (vanaf 1980) of twintig jaar.
Niet gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en het aantal doorgegeven waarnemingen kan sterk variëren per periode,
dus een trend in verspreiding kan hier niet direct uit worden afgelezen. Het opgegeven jaartal is het eerste jaar van de
periode. Bron: gevalideerde waarnemingen uit de NDFF.
© FLORON & NDFF
download hoge resolutieFenologie bloeiendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.