Ecologie & verspreiding Duinwespenorchis komt voor op licht beschaduwde tot soms vrij zonnige, open plaatsen op droog tot vochtig, warm, voedselarm tot matig voedselrijk, kalkrijk duinzand op duinhellingen, in kruipwilgstruwelen, open (dennen)bossen en in duinvalleien. Ze komt voor op plekken waar ook Kruipwilg aanwezig is. Dit hangt samen met het feit dat beide planten dezelfde mycorrhiza delen. Het verspreidingsgebied van dit taxon is beperkt en reikt van de kustregio van Bretagne tot in Jutland in Denemarken. Het taxon is waarschijnlijk niet zeldzaam in het duin- en het Waddendistrict. Het kaartje geeft zeker een onvolledig verspreidingsbeeld omdat de ondersoort eigenlijk pas sinds korte tijd goed herkend wordt. De halverwege de vorige eeuw in Nederland gevonden en beschreven ondersoort is gemakkelijk te verwisselen met Brede wespenorchis en valt daarvan te onderscheiden door de combinatie van o.a. de volgende kenmerken: schutblad omhoog gericht, een dichtere bloeiwijze, klokvormige, feller gekleurde bloemen en gegolfde bladranden die ook nog van papillen zijn voorzien.
CC-BY-SA 3.0 Niko Buiten & René van Moorsel, 2016
|
EcologieBodemLicht beschaduwde tot soms vrij zonnige plaatsen op droge tot vochtige, voedselarme tot matig voedselrijke, kalkrijke grond (duinzand).
GroeiplaatsKalkrijke duinhellingen, duinpannen en dennenbossen.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandZeldzaam in de duinen.
VlaanderenIn de duinen.
WalloniëNiet in Wallonië.
WereldKusten van Vlaanderen, Nederland, Frankrijk (departementen Nord, Pas-de-Calais en Manche), Noord-Duitsland, Noorwegen en Denemarken.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuur(Anoniem) (1925) De wespenorchis
Epipactis latifolia.
De Levende Natuur 29: 257-262
(Anoniem) (2009)
Plant Crib - Epipactis. Botanical Society of the British Isles
Arditti,J. & A. Ghani (2000) Tansley Review No. 110. Numerical and physical properties of orchid seeds and their biological implications.
New Phytologist 145: 367-421
Claessens, J. (2021)
Sleutel voor de uitgebloeide orchideeën van Nederland en België. [multi-entry key]
Claessens, J. & M. Claessens (2021)
Sleutel voor uitgebloeide orchideeën van Nederland en België. Eigen uitgave [Determinatiesleutel, e-Book]
Claessens, J. & J. Kleynen (1991) Het geslacht
Epipactis in de Benelux: bloembiologische beschrijvingen en soorttypische kenmerken.
Eurorchis 3: 5-38
Claessens, J., J. Kleynen & R. Wielinga (1998) Some notes on
Epipactis helleborine (L.) Crantz ssp.
neerlandica (Vermeulen) Buttler and
Epipactis renzii (Robatsch).
Eurorchis 10: 55-64
Deflorenne, P. & J. Duvigneaud (1987) Présence en Belgique et dans le nord de la France de l'hybride
Epipactis helleborine x purpurata.
Dumortiera 39: 26-27
Dekker, H. & K. Kreutz (2017)
Epipactis helleborine (L.) Crantz in Nederland.
Liparis 23: 1-14
den Van Bussche, W. (2004) Enkele aantekeningen betreffende de taxonomische status van
Epipactis helleborine "
neerlandica".
Eurorchis 16: 75-88
Gravendeel, B. (2007) Let op
Duinwespenorchis.
FLORON-nieuws 7: 7-7
Hilgers, J. (1972) De achteruitgang van de Orchidaceae in Limburg 7.
Natuurhistorisch Maandblad 61: 54-56
Jacquemyn, H., H. De Kort, A. Vanden Broeck & R. Brys (2018) Behoud van de zeldzame Duinwespenorchis in de kustduinen.
Natuur.Focus 17: 29-36
Kapteyn den Boumeester, D.W. (1989)
Epipactis helleborine var.
neerlandica - problematiek, veldwaarnemingen, bestuivers.
Eurorchis 1: 93-112
Kapteyn den Boumeester, D.W. (2012)
Epipactis helleborine var.
neerlandica Vermeulen onderzoek tussen 1989 en 2011.
Liparis 18: 37-47
Lodewijks, J.A. (1904) Orchideeën.
De Levende Natuur 9: 143-144
Petit, J. (1986) Quelques observations sur les insectes butineurs d'
Epipactis helleborine (L.) Crantz.
Dumortiera 34-35: 112-116
Sipkes, C. (1961) Breedbladige wespenorchis in de duinen.
Natura 58: 82-83
Thijsse, J.P. (1907) De Wespenorchis.
De Levende Natuur 12: 101-106
Vermeulen, P. (1955) Epipactis helleborine, a Problem of Nomenclature.
Acta botanica neerlandica 4: 226-241
Wiegers, J. (1999) Brede wespenorchis als tuinplant.
Natura 96: 120-121
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De stengels zijn bovenaan behaard en onderaan vaak paarsachtig. De bloeiwijzesteel is meestal niet opvallend langer dan de stengelleden. In het begin van het bloeiseizoen is de bloemstengel aan de top omgebogen.
Bladeren Elke plant heeft vier tot tien bladen. Deze zijn eirond tot langwerpig en staan in spiralen. Ze omvatten de stengel, zijn spits en 6-15 cm lang en 2-8 cm breed. Aan de randen zitten hele kleine, naar voren gerichte tandjes.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen vormen een lang gerekte tros. Van buiten zijn ze 0,9-1 cm groot en meestal groen of groengeel. Het komvormige voetstuk is van binnen donkerpaars. De top is eirond tot hartvormig, groenwit, roze of paarsig met een omlaag gekrulde punt. De top van de lip heeft twee gladde knobbels. De schutbladen groeien in het midden van de tros. Ze staan bij het begin van de bloei schuin af. Het onderste schutblad is meestal minder dan twee keer zo lang als de bloem.
Vruchten Een doosvrucht. Het vruchtbeginsel is vrij dicht behaard. Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL