EcologieBodemZonnige, open plaatsen (pionier) op droge tot vochtige, matig voedselarme tot matig voedselrijke grond (zand, steenachtige plaatsen, zavel, löss en tussen grind).
GroeiplaatsLangs spoorwegen (spoorwegterreinen), industrieterreinen, braakliggende grond, omgewerkte bermen, in ploegvoren van braakliggende akkers (op zandige klei en löss), in de voegen van straatstenen, gruispaden, zeeduinen (oppervlakkig ontkalkte duinvalleien), afgravingen (grindgroeven) en aan de voet van lage muurtjes.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandVrij algemeen in stedelijke gebieden en zeldzaam in de Hollandse en Zeeuwse duinen, in het rivierengebied en in Zuid-Limburg. Elders zeer zeldzaam.
VlaanderenVeel zeldzamer dan Uitstaande vetmuur. De verspreiding is echter nog onvoldoende bekend, omdat beide soorten vaak niet zijn onderscheiden.
WalloniëVrij zeldzaam. De verspreiding is echter nog onvoldoende bekend, omdat beide soorten vaak niet zijn onderscheiden.
WereldWest-, Midden- en Zuid-Europa, West-Azië en noordelijk Afrika. Ingeburgerd op een paar plaatsen in o.a. Noord- en Zuid-Amerika, Zuid-Afrika, Nieuw-Zeeland en Australië. De verspreiding is echter nog onvoldoende bekend, omdat beide soorten vaak niet zijn onderscheiden.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 2:
267Heukels' Flora van Nederland, 23e ed.:
292Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
530Nederlandse Oecologische Flora 1:
196Wilde-Planten.nl:
paginadeze soort in de Zadenatlas van Nederland Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De rechtopstaande stengels zijn draaddun en sterk vertakt. De bloemsteel is na de bloei aan de top gebogen, maar gaat later weer rechtop staan.
Bladeren De donkergroene bladen vormen geen rozet. Ze zijn kaal of de bovenste zijn soms iets klierharig. Ze lopen uit in een 0,3 mm lang stekelpuntje.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De alleenstaande bloemen groeien op kleverig behaarde of kale stelen. Ze zijn groen of wit, viertallig en 2-4 mm. De kroon is zeer klein en valt spoedig af. De kelkbladen zijn kaal en 1,7-2,2 mm lang. Meestal liggen ze tegen de rijpe vrucht aan.
Vruchten Een doosvrucht. De witgerande, rechtopstaande kelkbladen zijn vaak kort klierharig en liggen meestal tegen de doosvrucht aan. De buitenste zijn duidelijk genaald. De zaden zijn kortlevend (één tot vijf jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Atlasblokken met waarnemingen
Het aantal atlasblokken (5x5 km) waarin de soort is gemeld binnen een periode van vijf jaar (vanaf 1980) of twintig jaar.
Niet gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en het aantal doorgegeven waarnemingen kan sterk variëren per periode,
dus een trend in verspreiding kan hier niet direct uit worden afgelezen. Het opgegeven jaartal is het eerste jaar van de
periode. Bron: gevalideerde waarnemingen uit de NDFF.
© FLORON & NDFF
download hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.