|
Chenopodium album L.
Melganzenvoet
|
Ecologie & verspreiding Melganzenvoet staat op open, zonnige, vrij droge tot vochtige, zeer voedselrijke, met name stikstofrijke, vaak vrij kalkarme, omgewerkte zand-, leem-, zavel- en kleibodems en op stenige plaatsen. De uiterst variabele, vaak als pionier optredende plant groeit in akkers (vooral akkers met hakvruchten) en in bermen, op braakliggende en omgewerkte grond, op boerenerven, mesthopen en op puin, in ruigten en kapvlakten. Verder aan waterkanten en in het stedelijk gebied op tal van ruderale plekken. Het taxon hoort thuis in alle werelddelen, maar is zeer zeldzaam in de landen rond de evenaar. De soort is zeer algemeen in heel Nederland. Melganzenvoet wordt thans in de westerse wereld als een lastig onkruid beschouwd, maar werd vroeger als voedselplant gebruikt zoals tegenwoordig nog op veel andere plaatsen. De zaden werden (worden) tot meel vermalen en de bladeren als spinazie bereid en gegeten. Medisch werd ze vroeger aangewend bij tal van kwalen, o.a. bij dysenterie, oedeem en hoest.
CC-BY-SA 3.0 René van Moorsel, 2015
| EcologieBodemZonnige, open plaatsen (pioniervegetaties) op vrij droge tot vochtige, zeer voedselrijke, met name stikstofrijke, vaak vrij kalkarme, omgewerkte grond (zand, leem, zavel, klei en stenige plaatsen). GroeiplaatsAkkers (vooral hakvruchtakkers), braakliggende grond, omgewerkte grond, boerenerven, mesthopen, bermen (omgewerkte plekken), ruigten, puin, waterkanten (open plekken aan oevers), kapvlakten, ruderale plaatsen, plantsoenen, rozenperken, bouwterreinen, opgespoten grond en gronddepots.
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandZeer algemeen. VlaanderenZeer algemeen. WalloniëAlgemeen. WereldIn alle werelddelen, maar zeer zeldzaam in de landen bij de evenaar.
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuurBakels, C. (2022) De Nederlandse akkerflora, een geschiedenis van toenemende rijkdom. Gorteria 44: 10-15 Karssen, C.M. (1967) The light promoted germination of the seeds of Chenopodium album L; I. The influence of the incubation time on quantity and rate of the response to red light. Acta botanica neerlandica 16: 156-160 Karssen, C.M. (1968) The light promoted germination of the seeds of Chenopodium album L.; II. Effects of (RS)-Abscisic acid. Acta botanica neerlandica 17: 293-308 Karssen, C.M. (1970) The light promoted germination of the seeds of Chenopodium album L. III. Effect of the photoperiod during growth and development of the plants on the dormancy of the produced seeds. Acta botanica neerlandica 19: 81-94 Karssen, C.M. (1970) The light promoted germination of the seeds of Chenopodium album L. IV. Effects of red, far-red and white light on non-photoblastic seeds incubated in mannitol. Acta botanica neerlandica 19: 95-108 Karssen, C.M. (1970) The light promoted germination of the seeds of Chenopodium album L. V. Dark reactions regulating quantity and rate of the response to red light. Acta botanica neerlandica 19: 187-196 Karssen, C.M. (1970) The light promoted germination of the seeds of Chenopodium album L. VI. Pfr requirement during different stages of the germination process. Acta botanica neerlandica 19: 297-312 van Ooststroom, S.J. & T.J. Reichgelt (1965) Enige voor Nederland nieuwe Chenopodiaceae. Gorteria 2: 89-93 TaxonomieRijk: | Plantae | Stam: | Tracheophyta | Klasse: | Spermatopsida | Orde: | Caryophyllales | Familie: | Amaranthaceae | Chenopodium album L. (1753) | Nederlands: | Melganzenvoet | Engels: | Fat-hen | Duits: | Weisser Gänsefuss | Etymologiebron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra | De zaden werden vroeger tot meel vermalen, vandaar de naam Mel (meel). Ganzenvoet dankt zijn naam aan de bladvorm, die op de pootafdruk van een gans lijken. Chenopodium is afgeleid van het Griekse Chenos (gans) en podion (voetje). Album betekent "wit".
| Bron: Standaardlijst 2003 | Bron Nederlandse naam: Standaardlijst 2003 | | Zoeken in GBIF | Zoeken in Google Scholar |
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De rechtopstaande stengels zijn sterk vertakt en vaak rood aangelopen. Bladeren De bladeren zijn zeer veranderlijk. De bovenste zijn langwerpig met een gave rand, de onderste zijn driehoekig en sterk bochtig getand, soms zijn ze spiesvormig maar dan heeft de middenlob geen evenwijdige zijden. Meestal zijn de bladeren aan beide kanten sterk melig behaard. Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De wittig groene bloemen hebben een 5-delig bloemdek. De bloemkluwens vormen lange, smalle of wijd vertakte pluimen, die aan de top of soms in de hele bovenste helft niet zijn bebladerd. Vruchten Een eenzadige dopvrucht of nootje. Vaak zijn er 2 soorten zaden aan dezelfde plant. Deze kunnen glad, zwart en met een dikke zaadhuid zijn of glad, bruin en met een dunne zaadhuid. De zaden zijn langlevend (> 5 jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode. © NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.
|