EcologieBodemZonnige, min of meer open plaatsen op vochtige tot meestal natte, matig voedselarme, zwak zure grond (venig zand, venig leem en kleiig veen).
GroeiplaatsGrasland (langs greppels in blauwgrasland), grasland (blauwgrasland), moerassen (moerassig veen), waterkanten (langs regelmatig geschoonde sloten), uiterwaarden, laagten in kalkgebieden en aan de rand van natte heide.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandZeer zeldzaam in laagveengebieden in Fryslân, in de Alblasserwaard, in de Gelderse Vallei, in Salland en in de Achterhoek.
VlaanderenVroeger zeer zeldzaam in Vlaanderen.
WalloniëNiet in Wallonië.
WereldIn Europa en Siberië. In heel West-Europa zeer zeldzaam geworden.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL Literatuurden Van Hof, K., T. Marcussen, R.G. van den Berg, E.J. Weeda & B. Gravendeel (2013) Fenotypische plasticiteit en nomenclatuur van Melkviooltje (
Viola stagnina - V. persicifolia nom. ambig. propos.).
Gorteria 36: 60-84
Kops, J. & J.E. van der Trappen (1846) Viola stagnina - Dras-Viooltje
Flora Batava 9: 666-666
Laquiere, J. & C. Ampe (2008) Verrassende plagresultaten in de Meetkerkse Moeren.
Dumortiera 93: 1-14
van den Hof, K. (2009) Polyploïdie in Viooltje (
Viola L.).
Gorteria 33: 149-155
Weeda, E.J. (2001) Melkviooltje (
Viola persicifolia Schreber) in Nederland in verleden en heden. 1. Variëteiten, voorkomen, standplaats en plantensociologische positie.
Stratiotes 23: 73-103
Weeda, E.J. (2002) Melkviooltje (
Viola persicifolia Schreber) in Nederland in verleden en heden. 2. Vergelijking met gegevens van elders en een historische interpretatie.
Stratiotes 24: 3-12
Zijlstra, O.G. (1995) Melkviooltje (
Viola persicifolia) teruggevonden.
Nieuwsbrief FLORON-FWT 13: 19-19
Zwaenepoel, A. & R. Vanallemeersch (2007)
Viola persicifolia na 127 jaar opnieuw opgedoken in België.
Dumortiera 91: 1-6
Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 1:
208Heukels' Flora van Nederland, 23e ed.:
343Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
434Nederlandse Oecologische Flora 2:
204, 205Wilde-Planten.nl:
pagina Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De rechtopstaande stengels zijn vaak vertakt.
Bladeren De smal driehoekig-eironde tot langwerpige bladeren zijn van boven zeer kort behaard, hebben een iets hartvormige afgeknotte of wigvormige voet en een smal gevleugelde bladsteel. De steunblaadjes zijn sterk getand. Die van de bovenste bladeren zijn minstens half zo lang als de bladsteel.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De kroonbladen zijn eerst melkwit met een blauwige weerschijn, maar later worden ze bleekblauw. De spoor is 2 tot 3½ mm lang en komt tot een ½ tot 2½ mm voorbij de kelkaanhangsels.
Vruchten Een doosvrucht. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.