EcologieBodemZonnige tot licht beschaduwde plaatsen op natte, matig voedselarme tot voedselrijke, zwak zure tot kalkhoudende, humeuze, slibrijke grond (lemig zand, veen, leem, zavel en rivierklei).
GroeiplaatsWaterkanten (oude rivierlopen, kolken, greppels en in de rietzoom langs kanalen), ruigten (natte ruigten), moerassen (laagveenmoerassen, verruigd rietland en trilveen), grasland (hooiland), langs spoorwegen (spoorgreppels) en bossen (moerasbossen, wilgenbossen, grienden en populierenplantages in uiterwaarden).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandVrij algemeen in het rivierengebied en in de aangrenzende gebieden tot langs de kust van het IJsselmeer en het Haringvliet. Vrij zeldzaam in beekdalen in Noord-Brabant, Twente en Gelderland. Elders zeer zeldzaam of ontbrekend.
VlaanderenZeer zeldzaam in de Scheldevallei, de Maasvallei, de Moervaartvallei, de Kempen en de Dendervallei. Sterk afgenomen.
WalloniëZeer zeldzaam in het Maasdal.
WereldIn West-Siberië en Midden- en Oost-Europa. Noordwestelijk tot in Oost-Engeland, Nederland en Zuid-Zweden.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurKops, J. (1822) Senecio paludosus - Moeras kruiskruid
Flora Batava 4: 304-304
Sloff, J.G. & J.L. van Soest (1939) Het fluviatiele district in Nederland en zijn flora II.
Nederlandsch kruidkundig archief. Serie 3 49: 268-306
Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 3:
146Flora Batava 04:
plaatHeukels' Flora van Nederland, 23e ed.:
614Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
704Nederlandse Oecologische Flora 4:
97Wilde Planten 2:
285Wilde-Planten.nl:
paginadeze soort in de Zadenatlas van Nederland Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De stijf rechtopstaande, grijsachtig groene stengels zijn kantig, hol en alleen in de bloeiwijze vertakt.
Bladeren De bladeren zijn van onderen meestal grijs-viltig of heel soms kaal. Ze zijn lijnvormig tot langwerpig en lang toegespitst. De bladrand is gezaagd, iets omgerold. De onderste bladeren zijn gesteeld en de middelste en bovenste zijn niet gesteeld en hebben een halfstengelomvattende voet. De bladeren staan vaak omhooggericht en zijn 8 tot 14 cm lang.
Bloemen Polygaam (bloemen met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen en bloemen met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemhoofdjes groeien met 10 tot 30 bij elkaar in grote schermachtige pluimen. De hoofdjes zijn 3 tot 4 cm groot. De 10 tot 20 lintbloemen zijn geel, evenals de buisbloemen. De omwindselbladen zijn kaal of viltig behaard.
Vruchten Een eenzadige dopvrucht of nootje. De zaden zijn kaal. Het vruchtpluis is geelwit tot licht strokleurig. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.