Ecologie & verspreiding Malrove is een plant van zonnige, open, droge plaatsen op doorlatende, humusarme, kalk- en stikstofrijke, dikwijls ammoniakhoudende grond. In Zuid-Limburg staat zij nu nog aan de voet van een paar beweide krijthellingen, bij de ingang van grotten. In de duinen staat Malrove op enkele zonnige, vrij open, vaak stoffige bermen van wegen en paden, vooral in smalle stroken tussen weg en heg. Malrove behoort in Nederland tot de ‘ouderwetse’ bewoners van ruderale standplaatsen, dat in de twintigste eeuw sterk zijn achteruitgegaan. De groeiplaatsen lagen verspreid door een groot deel van het land, maar merendeels ver uiteen; alleen in Zuid-Limburg en de kalkrijke duinen was zij plaatselijk wat minder zeldzaam. De weinige recente vindplaatsen zijn vrijwel tot het Deltagebied en deze twee gebieden beperkt. Malrove is kensoort van de Associatie van Ballote en Netels, een plantengemeenschap die tegenwoordig ook achteruit gaat en steeds meer verarmt.
CC-BY-SA 3.0 Niko Buiten, 2020
|
EcologieBodemZonnige, warme, open plaatsen op droge, kalkrijke, matig voedselarme tot matig voedselrijke, stikstofrijke, vaak verstoorde, humusarme grond (zand en mergel).
GroeiplaatsZeeduinen (langs duinwegen), bermen (ruderale plaatsen), heggen, dijken, ruigten (kalkrijke ruigten), aan de voet van mergelhellingen, grasland (beweide kalkhellingen) en bij grotingangen.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandZeer zeldzaam in de Hollandse en Zeeuwse duinen en in Zuid-Limburg.
VlaanderenZeer zeldzaam in het kustgebied en zeer zeldzaam of verdwenen in het Maasgebied. Zeer sterk afgenomen.
WalloniëZeer zeldzaam in het Maasgebied en in de zuidelijke Ardennen. Mogelijk intussen verdwenen.
WereldGematigde streken in Midden- en Zuidwest-Azië, Noord-Afrika en Zuid-, West- en Midden-Europa, noordelijk tot in Zuid-Zweden. Ingeburgerd in Noord- en Zuid-Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuurKops, J. & J.E. van der Trappen (1846) Marrubium vulgare - Witte Malrove
Flora Batava 9: 657-657
Sloff, J.G. & J.L. van Soest (1939) Het fluviatiele district in Nederland en zijn flora II.
Nederlandsch kruidkundig archief. Serie 3 49: 268-306
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De stengels zijn vanaf de voet vertakt. Ze zijn bebladerd en viltig behaard.
Bladeren De sterk gerimpelde bladeren zijn viltig, eirond tot rond, ongelijk gekarteld en aan de voet vrij plotseling in de steel versmald.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen zitten in dichte, bijna bolvormige kransen langs de stengel. De witte bloemen zijn 1,2 tot 1½ cm lang en hebben een omhooggerichte, 2-tandige bovenlip. De kelk heeft 10 korte haakvormige tanden.
Vruchten Een splitvrucht. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Atlasblokken met waarnemingen
Het aantal atlasblokken (5x5 km) waarin de soort is gemeld binnen een periode van vijf jaar (vanaf 1980) of twintig jaar.
Niet gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en het aantal doorgegeven waarnemingen kan sterk variëren per periode,
dus een trend in verspreiding kan hier niet direct uit worden afgelezen. Het opgegeven jaartal is het eerste jaar van de
periode. Bron: gevalideerde waarnemingen uit de NDFF.
© FLORON & NDFF
download hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.