EcologieBodemZonnige, open plaatsen (pionier) op min of meer vochtige tot natte, matig voedselarme tot matig voedselrijke, min of meer humeuze, meestal kalkarme, lichtere grond. Vaak op plekken met oppervlakkige bodemverdichting (meestal op zand, maar ook op zavel en leem zelden op klei of veen).
GroeiplaatsWegranden, waterkanten (open plekken, o.a. rivieroevers en langs plassen), bodems van verse greppels, goten, akkers, tuinen, moestuinen, bloemperken, afgravingen (zandgroeven en kleiafgravingen), braakliggende grond, plantsoenen, tussen straatstenen, pas afgegraven terreinen, vochtige, onverharde wegen, grasland (weiland) en heide (drooggevallen heidevennen).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandAlgemeen, maar vrij zeldzaam in zeekleigebieden.
VlaanderenAlgemeen, maar vrij algemeen op het Kempens plateau en in het zuidelijke deel van de Leemstreek en zeldzaam (plaatselijk ontbrekend) in de Polders.
WalloniëVrij algemeen.
WereldGematigde en koele streken op het noordelijk halfrond.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurKops, J. & H.C. van Hall (1832) Gnaphalium uliginosum - Moerassig Roerkruid
Flora Batava 6: 429-429
Sloff, J.G. & J.L. van Soest (1939) Het fluviatiele district in Nederland en zijn flora II.
Nederlandsch kruidkundig archief. Serie 3 49: 268-306
Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 3:
80Flora Batava 06:
plaatHeukels' Flora van Nederland, 23e ed.:
596Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
708Nederlandse Oecologische Flora 4:
48Wilde Planten 3:
164Wilde-Planten.nl:
paginadeze soort in de Zadenatlas van Nederland Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De grijswit viltige stengels zijn meestal vanaf de voet vertakt. Naast de rechtopstaande hoofdstengel zijn er een aantal opstijgende zijstengels.
Bladeren De verspreid staande bladeren zijn spatelvormig, hebben een steelachtig versmalde voet en zijn aan de bovenkant groen en viltig. Ze hebben geen steel en zijn 1 tot 4 cm lang. Vlak onder de bloemen zitten de bovenste bladeren, die buiten de bloemhoofdjes uitsteken.
Bloemen Polygaam (bloemen met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen en bloemen met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). De geelwitte bloemhoofdjes zijn 3 tot 4 mm lang en zitten met 3 tot 10 bij elkaar in dichte kluwens bovenaan de stengels. Er zijn geen straalbloemen en ook geen stroschubben. Het strobruine omwindsel is kaal.
Vruchten Een eenzadige dopvrucht of nootje. De zaden zijn langlevend (> 5 jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.
De bloeiperiode is dit jaar 10 dagen eerder dan het langjarig gemiddelde.