|
Carex diandra Schrank
Ronde zegge
|
Ecologie & verspreiding Ronde zegge komt zeldzaam voor in Nederland, verspreid over het gehele land. Met name in de zuidelijke helft van Nederland is ze echter sterk achteruitgegaan. Het is een soort van min of meer ongestoorde, kalkrijke moerassen, zoals trilvenen; ze stelt derhalve hoge eisen aan haar milieu. Ze wordt vaak samen aangetroffen met Draadzegge (Carex lasiocarpa), maar deze laatste soort komt ook voor in meer open water, b.v. in de oeverzone van plassen. Ronde zegge is een vrij onopvallende zegge, veelal met kruipende wortelstok. In Noordwest-Overijssel en op de Friese waarden komt evenwel ook een polvorm voor, met scherp driekante stengels. Het is onduidelijk of dit materiaal enige taxonomische waarde verdient. De naam Ronde zegge duidt op de min of meer ronde stengel. De naam Carex diandra berust op een misvatting: de auteur, Schrank, we schrijven 1781, dacht twee meeldraden (diandra) per bloem waar te nemen, maar het zijn er echt drie.
CC-BY-SA 3.0 Jacob Koopman, 2014
| EcologieBodemZonnige plaatsen op natte, matig voedselarme, zwak zure tot kalkhoudende grond met vrij stabiel waterpeil en in stilstaand, meestal zeer ondiep, zoet, matig voedselarm, zwak zuur water (veen, zand en leem). GroeiplaatsMoerassen (kalkmoerassen, trilveenmoerassen en verlandingsvegetaties), water (petgaten en ondiep, open water), waterkanten, grasland (venig grasland en onbemest hooiland), zeeduinen (duinvalleien met enige veenvorming) en bossen (lichte plekken in moerasbossen).
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandZeldzaam in laagveengebieden, in Drenthe en in Fryslân. Elders zeer zeldzaam. VlaanderenZeer zeldzaam in de Kempen. WalloniëZeer zeldzaam in Lotharingen, de zuidelijke Ardennen. WereldKoel-gematigde en koudere streken op het noordelijk halfrond.
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuurEisele, W. & E. Zähringer (1998) Vorläufiger Schlüssel zur Bestimmung der Seggen ( Carex spec.) Baden-Württembergs nach vegetativen Merkmale. Floristische Rundbriefe Beiheft 5: 1-26 Kern, J.H. & T.J. Reichgelt (1954) Carex L., 1753. Flora Neerlandica : 7-133 Kops, J. & J.E. van der Trappen (1846) Carex teretiuscula - Rolrondachtig Rietgras Flora Batava 9: 678-678 Muller, F.M. & S. Segal (1967) Carex diandra Schrank × C. paniculata L. ( C. x beckmannii F.W. Schultz) nieuw voor Nederland. Gorteria 3: 161-164 Rich, T.C.G. & A.C. Jermy (1998) Plant Crib - Carex. Botanical Society of the British Isles Veeken, A. & M.J. Wassen (2020) Impact of local- and regional-scale restoration measures on a vulnerable rich fen in the Naardermeer nature reserve (the Netherlands). Plant Ecology 221: 893-911 Westhoff, V. (1956) Carex diandra zodevormend. Correspondentieblad 1: 4-5 Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 2: 99Flora Batava 09: plaatHeukels' Flora van Nederland, 23e ed.: 167Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.: 180Nederlandse Oecologische Flora 5: 331Wilde-Planten.nl: paginadeze soort in de Zadenatlas van Nederland TaxonomieRijk: | Plantae | Stam: | Tracheophyta | Klasse: | Spermatopsida | Orde: | Poales | Familie: | Cyperaceae | Carex diandra Schrank (1781) | Nederlands: | Ronde zegge | Engels: | Lesser Tussock-sedge | Duits: | Drahtsegge | Etymologiebron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra | Zegge stamt uit het Indogermaanse woord seq (snijden). Carex is zeer waarschijnlijk afgeleid van het Latijnseceiro (ik snij), een verwijzing naar de scherpe kanten van de bladeren. Diandra betekent "met twee meeldraden".
| Bron: Standaardlijst 2003 | Bron Nederlandse naam: Standaardlijst 2003 | | Zoeken in GBIF | Zoeken in Google Scholar |
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De dunne stengels zijn onderaan bijna rolrond en bovenaan vrij scherp driekantig met bolle kanten. De onderste scheden zijn dof zwartachtig bruin en gaan niet vezelen. Ronde zegge vormt losse pollen. Bladeren De bladeren zijn gootvormig tot samengevouwen en 1 tot 2 mm breed. Bloemen Eenslachtig (een bloem met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). Eenhuizig (mannelijke en vrouwelijke bloemen op dezelfde plant). De bloeiwijze is compact, 1 tot 5 cm lang en soms aan de voet iets onderbroken. De onderste zijassen zijn vaak vertakt, maar niet meer dan 1 cm lang. De schutbladen zijn kafjesachtig tot priemvormig. De aren zijn eivormig met onderaan vrouwelijke bloemen en aan de top de mannelijke. De bloemen hebben 2 stempels. Vruchten Een eenzadige dopvrucht of nootje. De kafjes zijn lichtbruin en vaak met een groene middenstreep. Ze hebben een brede, glanzende vliezige rand. De urntjes zijn platbol, eirond, 3 mm lang, glanzig bruin en hebben aan de rugkant ongeveer 6 onduidelijke nerven en een kegelvormige, vrij lange snavel. De zaden zijn kortlevend (1-5 jaar). Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode. © NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.
|