EcologieBodemLicht beschaduwde, soms zonnige plaatsen op droge tot soms vrij natte, voedselarme, kalkarme (zure) grond. Vooral op plekken met veel ruwe humus (zand, leem, veen of stenige plaatsen).
GroeiplaatsBossen (loofbossen en naaldbossen), bosranden, houtwallen, struwelen, heggen, hakhout, kapvlakten, houtkaden, zeeduinen, heide, plantsoenen, parken, villawijken, langs hekwerken, veebegraafplaatsen, rotsachtige plaatsen, moerassen (verruigd rietland), waterkanten (langs greppels, op aanspoelsel langs plassen en in oeverruigten langs kanalen).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandVrij algemeen op de zandgronden in het noordoosten, oosten en midden en vrij zeldzaam in Noord-Brabant, Noord-Limburg, aan de binnenduinrand en in laagveengebieden. Elders zeldzaam. Niet in Zuid-Limburg.
VlaanderenVrij algemeen in de Kempen en in de Zand- en Zandleemstreek. De soort breidt zich uit.
WalloniëZeer zeldzaam.
WereldIn West-Europa, van Noord-Portugal tot Zuidwest-Noorwegen. De oostgrens loopt door Noord-Limburg en Noordwest-Duitsland. De soort breidt zich uit naar Midden-Europa.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurGriffioen, H. (1968)
Corydalis claviculata (L.) DC. als winterannuel.
Gorteria 4: 43-43
Kops, J. (1814) Fumaria claviculata - Geklaauwierde Duiven-Kervel
Flora Batava 3: 166-166
Vannerom, H., H. De Jaeck, J. Monnens & F. Verbruggen (1994) Over de uitbreiding van
Ceratocapnos claviculata (L.) Lidén (Syn.:
Corydalis claviculata (L.) DC.) en de expansie van enkele andere stikstofminnende soorten in Noord-België.
Dumortiera 58-59: 42-43
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De klimmende stengels zijn sterk vertakt.
Bladeren De niet gesteelde blaadjes zijn dubbel geveerd en eindigen in een vertakte hechtrank.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De 6 tot 8 bijeenstaande bloemen vormen losbloemige trossen. Ze zijn 5 tot 6 mm, geelwit, soms iets roodachtig aangelopen en met een korte spoor.
Vruchten Een doosvrucht. De vruchtsteel is 1 tot 2 mm. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.