Ecologie & verspreiding Rivierfonteinkruid staat in zonnig tot licht beschaduwd, diep, matig stikstofrijk, zwak zuur, voedselrijk, kalkhoudend, zwak tot matig snel stromend, zoet en iets vervuild water boven een slik- en humusarme bodem van klei, zand of grind. Ze groeit in de grote rivieren en de daarmee in verbinding staande wateren, in kanalen en beken, in vijvers en plassen, op stenen begroeiingen en in grindgaten, in sloten en oude waterlopen. De plant bewoont Noord- en Midden-Amerika, Zuidwest- en Zuid-Azië, Zuid- en Midden-Europa waar de noordgrens door Nederland en Duitsland loopt. De soort is zeldzaam in het Ketelmeer en de monding van de IJssel, in de Maas en het Julianakanaal, en staat in Midden-Limburg ook in grindgaten. Elders is ze zeer zeldzaam (o.a. in Noord-Brabant). Vroeger werd Rivierfonteinkruid ook op een aantal plaatsen waargenomen in de Waal bij Nijmegen. Mogelijk heeft de lichte toename te maken met de stijging van de gemiddelde watertemperatuur.
CC-BY-SA 3.0 René van Moorsel, 2014
|
EcologieBodemZonnige plaatsen in niet te ondiep, zwak tot matig snel stromend, voedselrijk, kalkhoudend water met een bodem van van klei of grind.
GroeiplaatsWater (rivieren, grindgaten, stenen beschoeiingen, kanalen, vijvers, plassen, sloten en oude waterlopen).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandZeldzaam in het Keteldiep en de IJsselmond, in de Maas, het Julianakanaal en in Midden-Limburg ook in grindgaten. Elders zeer zeldzaam (o.a. in Noord-Brabant). Vroeger ook in de Waal bij Nijmegen.
VlaanderenZeldzaam in het Maasgebied. Pas in 1979 voor het eerst waargenomen.
WalloniëNiet in Wallonië.
WereldIn Zuidwest-Azië, Zuid-Azië, Midden- en Zuid-Europa, noordelijk tot in Nederland en Duitsland en in Noord- en Midden-Amerika.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuurBruinsma, J.H.P. & K. van de Weyer (2010)
Potamogeton xschreberi G.Fisch. (
Potamogeton natans x P. nodosus) nieuw voor Nederland.
Gorteria 34: 97-105
Clason, E.W. (1964) 5a. Potamogetonaceae.
Flora Neerlandica : 37-79
Coops Zant, H. & R.W. Doef (1993) Het voorkomen van Rivierfonteinkruid (
Potamogeton nodosus Poir.) in Nederland.
Gorteria 19: 44-52
Cortenraad, J. (1980) Nieuwe vindplaatsen
Potamogeton nodosus in Limburg.
Natuurhistorisch Maandblad 69: 85-87
Daumal, M.M., D. Oosterhuis, M.J.J.M. Verhofstad, R.H.J. Erkens & E.T.H.M. Peeters (2024) The impact of drought duration on two Potamogeton species with different growth forms.
Aquatic Sciences 86: 86-73
Kleinknecht, U., S. Fischer & T. Franke (2017)
Potamogeton nodosus Poir., Knoten-Laichkraut, Wiederauftreten in Leipziger Gewässern.
Sächsische Floristische Mitteilungen 19: 84-91
van der Linden, J. & W. Poelmans (1993) Recente vondsten van breedbladige fonteinkruiden (
Groenlandia en
Potamogeton spec.) in de provincie Noord-Brabant.
Gorteria 19: 97-102
van der Ploeg, D.T.E. (1966)
Potamogeton nodosus Poir. in Friesland.
Gorteria 3: 74-75
Vöge, M. (2005) Wachstum und Reproduktion bei Laichkräutern: im gemässigten Klima und im niederarktischen Grönland.
Floristische Rundbriefe 39: 67-72
Wiegleb, G. (1976) Die Verbreitung einge Wasserpflanzen, besonders der Gattung Potamogeton im südlichen und östlichen Niedersachsen.
Göttinger Floristische Rundbriefe 10: 11-15
Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 1:
167Heukels' Flora van Nederland, 23e ed.:
96Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
115Nederlandse Oecologische Flora 4:
244Wilde-Planten.nl:
paginadeze soort in de Zadenatlas van Nederland Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De stengels worden tot 1 meter lang en zijn naar boven toe weinig vertakt.
Bladeren De steel is vaak langer dan de bladschijf. De ondergedoken bladeren zijn lijnvormig tot langwerpig. De jonge bladeren hebben zeer fijne tandjes, die later afslijten. De drijvende bladeren zijn breder en liggen waaiervormig uitgespreid op het water. Ze zijn dun leerachtig en iets doorschijnend. Aan de onderkant hebben ze sterk uitspringende nerven en aan de voet zijn ze plotseling versmald.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De aren zijn slank. De aarstelen zijn even dik of meestal dikker dan de stengel en naar boven enigszins verdikt. De bloemen zijn groenig.
Vruchten Een steenvrucht. De vruchtjes zijn 3 tot 4 mm lang en scherp gekield. Er vindt maar weinig zaadvorming plaats. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.