Ecologie & verspreiding Ronde ooievaarsbek staat op open, zonnige en warme, stikstofrijke, droge en zwak basische, matig voedselarme tot voedselrijke, kalkrijke en vaak steenachtige zand en mergelbodems. De eenjarige plant groeit in bermen en op zeedijken, in kalkgraslanden en wijngaarden, in akkers en voedselrijke ruigten, op wallen en stadsmuren, aan de voet van rotsen (voornamelijk kalkrotsen), op industrie-, haven- en spoorwegterreinen, in kalk- en grindgroeven, op riviergrindoevers en andere ruderale plaatsen. Nederland ligt aan de rand van het Europese deel van het areaal. De soort is zeer zeldzaam (maar toenemend) en komt voornamelijk voor in stedelijk gebieden en Zuid-Limburg. Ronde ooievaarsbek is binnen de groep van eenjarige Nederlandse Geraniumsoorten goed te onderscheiden. Ze heeft o.a. 3-hoekige, paarse steunblaadjes, de onderste bladeren zijn rondachtig en hebben 5-7 (9) lobben die elk weer 3 spitse slippen dragen. Verder hebben de roze kroonbladen een witte voet en zijn aan de top afgerond tot zeer weinig uitgerand.
CC-BY-SA 3.0 René van Moorsel, 2021
|
EcologieBodemZonnige, warme, open plaatsen op droge, matig voedselarme tot voedselrijke, kalkrijke en vaak steenachtige grond (zand, mergel en stenige plaatsen).
GroeiplaatsDijken bij de zee, bermen, grasland (kalkgrasland), heggen, wallen, akkers, wijngaarden, ruigten (voedselrijke ruigten), stenige plaatsen, stadsmuren, industrieterreinen, haventerreinen, langs spoorwegen (spoorwegterreinen) en afgravingen (kalk- en grindgroeven).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandZeer zeldzaam, voornamelijk in stedelijke gebieden, met name in Zuid-Limburg.
VlaanderenZeer zeldzaam.
WalloniëZeldzaam in het Maasgebied en in de zuidelijke Ardennen. Elders zeer zeldzaam.
WereldIn Midden- en West-Azië, Noord-Afrika en Zuid- en West-Europa. Noordoostelijk tot in het Baltische gebied.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuurCortenraad, J. (1984) De Rondbladige ooievaarsbek.
Natuurhistorisch Maandblad 73: 143-146
Haeupler, H. (1976) Bestimmungsschlüssel der Geranium-Arten in Deutschland nach Blattmerkmalen.
Göttinger Floristische Rundbriefe 10 Beibl. 4: 1-1
Savelsbergh, E. (1995) Wiederfund von
Geranium rotundifolium L. in Aachen (TK 25 5202/241).
Floristische Rundbriefe 29: 163-165
Vuyck, L. (1901) Geranium rotundifolium - Rondbladige Ooievaarsbek
Flora Batava 21: 1607-1607
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels Op de rechtopstaande of opstijgende stengels groeien gewone haren en klierharen. Vaak zijn de stengels roodachtig.
Bladeren De onderste bladeren zijn tot minder dan de helft in 5 tot 7 afgeronde en aan de top getande slippen gedeeld. De bovenste bladeren zijn dieper ingesneden en hebben spitse slippen.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen vormen samen ijle bloeiwijzen. De kroonbladen zijn roze, aan de voet wit, niet of nauwelijks uitgerand en 5 tot 7 mm lang. De kelkbladen zijn 5 tot 6 mm lang.
Vruchten Een kluisvrucht. De deelvruchtjes zijn aanliggend behaard en niet geribd. De vruchten staan op afstaande stelen die uiteindelijk rechtop staan. De zaden hebben een mazenpatroon. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.