EcologieBodemZonnige of soms licht beschaduwde, open plaatsen op vochtige tot natte, voedselrijke, met name zeer stikstofrijke grond (zand, leem, zavel, klei en stenige plaatsen).
GroeiplaatsBraakliggende grond, omgewerkte grond, ruigten (natte ruigten), bermen, waterkanten (langs kanalen, rivieren, vijvers met een wisselende watrerstand en slootkanten), ruigten op aanspoelselgordels langs rivieren, klipkusten, haventerreinen, industrieterreinen, langs spoorwegen (spoorwegterreinen), puin, verhardingen, tegen hekwerken, opslagterreinen en zeeduinen (ruderale plaatsen).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandVrij algemeen in het rivierengebied en plaatselijk in de Hollandse en Zeeuwse duinen. Eders zeldzaam tot zeer zeldzaam.
VlaanderenVrij algemeen in het kustgebied van West-Vlaanderen en in de Maasvallei. Elders zeldzaam tot zeer zeldzaam.
WalloniëVrij algemeen in de zuidelijke Ardennen. Elders zeldzaam tot zeer zeldzaam.
WereldVermoedelijk komt Zwarte mosterd oorspronkelijk uit Zuidoost-Europa. Nu komt de soort voor in het grootste deel van Europa, in Noord-Afrika, Zuidwest-Azië en in het Nijldal. Ingeburgerd in Noord- en Zuid-Amerika, in Midden- en Zuid-Afrika, in Australië en op een aantal eilanden in de Stille Zuidzee.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL Literatuurde Wever, A. (1952) Verdwijnende cultuurplanten 2, Mosterd.
Natuurhistorisch Maandblad 41: 76-76
Kops, J. (1822) Sinapis nigra - Zwarte Mostaard
Flora Batava 4: 250-250
Sloff, J.G & J.L. van Soest (1938) Het fluviatiele district in Nederland en zijn flora.
Nederlandsch kruidkundig archief. Serie 3 48: 199-249
Zijlstra, O.G. (1993) Geelbloeiende kruisbloemigen in Twente (slot).
Nieuwsbrief FLORON-FWT 8: 1-6
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De sterk vertakte stengels zijn aan de voet borstelig behaard.
Bladeren De onderste bladeren zijn gesteeld en veerdelig met onregelmatig getande slippen (één tot drie paar zijslippen). De bovenste bladeren zijn smal langwerpig, niet gedeeld, met een gave of getande rand en een versmalde voet, die de stengel niet omvat.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De gele bloemen zijn 1-1½ cm. De kelkbladen staan tijdens de bloei recht af, maar de randen rollen in. De bloemsteeltjes zijn korter dan de kelk.
Vruchten Een doosvrucht. De rechtopstaande, tegen de hoofdas gedrukte hauwen zijn 1 tot 2 cm lang en 1½ tot 2 mm dik. Ze zijn vierkantig met vlakke zijden. De stelen zijn 2-5 mm en de snavel is 1½-3 mm. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.