EcologieBodemZonnige, open tot grazige plaatsen op droge, matig voedselrijke, zwak zure tot kalkrijke grond (zand, leem, mergel, zavel en stenige plaatsen).
GroeiplaatsBermen (o.a. bovenranden van bermgreppels), dijken, langs spoorwegen (spoorbermen en spoorwegterreinen), braakliggende grond (industrieterreinen), grasland (ruige plaatsen), zeeduinen, puin, enigszins ruderale plaatsen, ruigten (kalkrijke ruigten), rivierduinen (struwelen), akkers (akkerranden, met name in grasstroken langs akkers), bosranden, heggen en kapvlakten.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandPlaatselijk vrij algemeen in het zuidoosten en midden van het land en vrij zeldzaam in het Hollandse duingebied. Elders veel zeldzamer.
VlaanderenPlaatselijk vrij algemeen in het ooosten. Elders vrij zeldzaam.
WalloniëVrij algemeen.
WereldVan Midden-Scandinavië, Midden-Engeland en de Pyreneeen tot in Centraal-Azië.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurKops, J. (1800) Verbascum nigrum - Zwarte Toorts
Flora Batava 1: 71-71
Sloff, J.G. & J.L. van Soest (1939) Het fluviatiele district in Nederland en zijn flora II.
Nederlandsch kruidkundig archief. Serie 3 49: 268-306
Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 2:
310Flora Batava 01:
plaatHeukels' Flora van Nederland, 23e ed.:
492Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
663Nederlandse Oecologische Flora 3:
198Wilde Planten 2:
253Wilde-Planten.nl:
paginaAfbeelding in de Zadenatlas (Digital Plant Atlas) Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De rechtopstaande stengels zijn behaard, weinig vertakt en bovenaan kantig.
Bladeren De onderste bladeren zijn langwerpig-eirond, hebben een hartvormige voet en zijn lang gesteeld. Van boven zijn ze donkergroen en van onderen lichter van kleur. Ze zijn ijl behaard. De bovenste bladeren zijn kleiner en vrijwel niet gesteeld.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloeiwijze is langwerpig en niet of alleen aan de voet vertakt. De gele bloemen zitten in aarachtige kluwens. Ze zijn 1,2-2 ½ cm. Aan de voet zijn ze paarsrood gevlekt. De vijf meeldraden zijn vrijwel gelijk van vorm. Ze zijn paars-wollig behaard. De helmknoppen zijn niervormig. De stempel is weinig dikker dan de stijl.
Vruchten Een doosvrucht. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.
De bloeiperiode is dit jaar 6 dagen later dan het langjarig gemiddelde.