EcologieBodemZonnige, open plaatsen (pioniervegetatie) op droge, matig voedselarme tot matig voedselrijke, stuivende of omgewerkte, min of meer kalkhoudende, vaak licht brakke grond (duinzand).
GroeiplaatsZeeduinen (stuivende zandduinen, ruderale plaatsen in de duinen, langs boulevards, langs paden en afrasteringen, aan de rand van speelveldjes, op duintjes met beschadigde begroeiing), zandheuvels langs het IJsselmeer, opgespoten grond, industrieterreinen en langs spoorwegen (spoorbermen op duinzand en dan vooral tussen gruis aan de rand van het schouwpad).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandAlgemeen langs de kust, plaatselijk algemeen in Zeeland en zeldzaam langs het IJsselmeer. Elders soms aangevoerd met duinzand.
VlaanderenVrij algemeen langs de kust. Bij Mol en Balen op stuivende zandduinen, waarvan de bodem vervuild is met zware metalen.
WalloniëNiet in Wallonië.
WereldIn Noord-Europa en aan de West-Europese kust zuidelijk tot de grens van Normandië en Bretagne en noordelijk tot de Noordkaap. Ook op IJsland. In Spanje en aan de Adriatische Zee vermoedelijk ingeburgerd. Nauw verwante soorten (of ondersoorten) komen voor aan de kust van Siberië en Japan, in noordelijk Noord-Amerika, Groenland en in steppengebieden in Midden-Europa en Midden-Azië.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De stengels zijn vrijwel kaal. Zandhaver vormt grote groepen.
Bladeren De grijsblauwe bladeren worden 0,8 tot 2 cm breed. Bij vochtig weer staan ze vlak uitgespreid, maar bij droogte zijn ze opgerold. Ze hebben een stekende top. Op de bovenkant zitten ribben met een platte bovenkant en die ongeveer even hoog als breed zijn. Aan de voet zitten 2 oortjes. Het tongetje is zeer kort.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen vormen een compacte aar van 10 tot 30 cm lang. De aartjes zijn 2 tot 3 cm lang en bevatten 2 tot 6 bloemen (meestal zijn het 3 of 4). Op elk gewricht van de aaras staan 2 aartjes naast elkaar, maar in het midden van de aar kunnen ze met 3 bij elkaar staan. Het topaartje staat afzonderlijk. De kafjes zijn behaard en lopen bovenaan in een scherpe punt uit. De kelkkafjes zijn bijna even lang als het hele aartje. Onderling zijn ze allemaal ongeveer even groot. Ze hebben 3 tot 5 nerven. De helmknoppen worden tot 8 mm lang.
Vruchten Een graanvrucht. Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.