|
Anthyllis vulneraria L.
Wondklaver
|
Ecologie & verspreiding Wondklaver is kensoort voor de Associatie van Wondklaver en Nachtsilene, een soortenrijke plantengemeenschap van kalkrijke duingraslanden. Wondklaver groeit op zonnige, open plaatsen op droge, voedselarme, kalkrijke bodem. In de duinen groeit de soort onder meer in het zeedorpenlandschap. In Zuid-Limburg staat de plant op krijthellingen onder meer in ruige pionierbegroeiingen en een lage, open grasmat. Daarnaast staat zij in het stedelijk gebied op braakliggende grond en langs spoorwegen. In Nederland is Wondklaver vrij zeldzaam. Wondklaver is in de Hollandse duinen achteruitgegaan door vergrassing, maar toegenomen in het stedelijk gebied en langs spoorwegen.
CC-BY-SA 3.0 Niko Buiten, 2014
| EcologieBodemZonnige, open plaatsen op droge tot matig vochtige, voedselarme, kalkrijke, grazige grond (zand, mergel en stenige plaatsen). GroeiplaatsGrasland (kalkgrasland en kalkhellingen), bermen, dijken (dijkgrasland), afgravingen (steengroeven), zeeduinen (strandvlakten, duinbermen, duingrasland en lage, beweide duintjes), omgewerkte grond, langs spoorwegen (spoorbermen en spoorwegterreinen), klippen, richels, en mijnsteenbergen.
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandVrij zeldzaam in de Zeeuwse en Hollandse duinen en stedelijke gebieden en zeldzaam op de Waddeneilanden en in Zuid-Limburg. VlaanderenVrij zeldzaam in het kustgebied en zeldzaam in de Maasvallei. Elders zeer zeldzaam. WalloniëVrij zeldzaam in het Maasgebied en in Lotharingen (in de zuidelijke Ardenne). Elders zeer zeldzaam. WereldIn bijna heel Europa, Zuidwest-Azië en Noord-Afrika. Ingeburgerd in de Verenigde Staten en Nieuw-Zeeland.
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuurKops, J. (1814) Anthyllis vulneraria - Gemeen Wondkruid Flora Batava 3: 190-190 Loos, G.H. (1996) Zur Taxonomie einiger Sippen der Anthyllis vulneraria-Gruppe und von Vicia sepium L. (Fabaceae). Floristische Rundbriefe 30: 151-153 Sloff, J.G & J.L. van Soest (1938) Het fluviatiele district in Nederland en zijn flora. Nederlandsch kruidkundig archief. Serie 3 48: 199-249 Sterk, A.A. (1975) Demographic studies of Anthyllis vulneraria L. in the Netherlands. Acta botanica neerlandica 24: 315-337 Sterk, A.A., P. de Vlaming & A.C. Bolsman-Louwen (1977) Some observations on the anthocyanins in the flowers of Anthyllis vulneraria L. (Leguminosae - Fabaceae). Acta botanica neerlandica 26: 349-351 Sterk, A.A., A. van Duijkeren, J. Hogervorst & E.D.M. Verbeek (1982) Demographic studies of Anthyllis vulneraria L. in The Netherlands. II. Population density fluctuations and adaptations to arid conditions, seed populations, seedling mortality, and influence of the biocenosis on demographic features. Acta botanica neerlandica 31: 11-40 TaxonomieRijk: | Plantae | Stam: | Tracheophyta | Klasse: | Spermatopsida | Orde: | Fabales | Familie: | Fabaceae | Anthyllis vulneraria L. (1753) | Nederlands: | Wondklaver | Engels: | Kidney Vetch | Duits: | Gemeiner Wundklee | Etymologiebron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra | De Nederlandse naam klaver komt mogelijk van een Indogermaanse grondvorm glei (smeren), naar het kleverige vocht van de bloemen. Anthyllis is afgeleid van het Griekse anthos (bloem) enioulos (dons), dus een donzige bloem. Vulneraria betekent "wond helend".
| Bron: Standaardlijst 2003 | Bron Nederlandse naam: Standaardlijst 2003 | | Zoeken in GBIF | Zoeken in Google Scholar |
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De stengels zijn dicht zijdeachtig behaard. De bloeistengels liggen op de grond of zijn opstijgend. Vaak liggen ze in een kring uitgespreid. Bladeren De rozetbladeren zijn oneven geveerd met 5-7 blaadjes. Ze hebben een groot, langwerpig topblaadje. De steunblaadjes zijn met de bladsteel tot een bladschede vergroeid. De stengelbladeren zijn diep veervormig gedeeld (9 tot 15-tallig). Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen vormen hoofdjesachtige bloeiwijzen met een handvormig gedeeld schutblad. Vaak staan 2 hoofdjes opeengedrongen. De bloemen zijn goudgeel en soms rood aangelopen. Ze zijn 1,2 tot 1½ cm groot en worden voor meer dan de helft door de opgeblazen, pluizige, witachtige kelk omgeven. De kelktanden hebben vaak een rode top. Alle 10 meeldraden zijn tot een buis vergroeid. Vruchten Een doosvrucht. Meestal bevatten de vruchten maar 1 zaadje. De zaden zijn zeer kortlevend (< 1 jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL FeedbackPeter Meininger op 15-11-2016 Coord.: 30/390 (5000 m hok) Locatie: Zutphen, industrieterrein Datum jun 1967 Aantal aanwezig Waarn Riddering NDFF-id http://floron.nl/observations/literature/gorteria/108
Dit klopt niet
vr gr Peter Meininger commentaar toevoegen
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode. © NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021. De bloeiperiode is dit jaar 2 dagen later dan het langjarig gemiddelde.
|