EcologieBodemZonnige tot matig beschaduwde plaatsen op droge, soms wat vochtige, matig voedselarme tot matig voedselrijke, basische, kalkhoudende grond (leem, zand en mergel).
GroeiplaatsBossen (loofbossen, beekoeverwalbossen en hellingbossen), bosranden, struwelen, heggen, houtwallen, zeeduinen (duinbossen en duinstruweeel) en rivierduinen (rivierduinbosjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandAlgemeen in de Hollandse en Zeeuwse duinen, vrij algemeen in Zuid-Limburg en in het rivierengebied, vrij zeldzaam in Drenthe, Twente, de Achterhoek en Noord-Brabant en zeldzaam in Zeeland, in laagveengebieden en in het noordelijk zeekleigebied.
VlaanderenVrij algemeen in de duinen, de Leemstreek en langs de Maas. Elders vrij zeldzaam.
WalloniëAlgemeen in het Maasgebied en Lotharingen en vrij algemeen in Brabant. Elders zeer zeldzamer.
WereldIn Europa, behalve in het noorden. Oostelijk tot in de Kaukasus.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurDederen, J. (1918) Kardinaalsmutsje.
De Levende Natuur 23: 181-181
Kops, J. (1800) Euonymus europaeus - Gemeene Kardinaals-Muts
Flora Batava 1: 72-72
Thijsse, J.P. (1940) Kardinaalsmuts.
De Levende Natuur 44: 289-295
Thijsse, J.P. (1923) Kardinaalsmuts.
De Levende Natuur 27: 333-338
Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 3:
178Flora Batava 01:
plaatHeukels' Flora van Nederland, 23e ed.:
333Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
408Nederlandse Oecologische Flora 2:
172Wilde Planten 1:
207Wilde-Planten.nl:
paginaAfbeelding in de Zadenatlas (Digital Plant Atlas) Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De jonge takken zijn donkergroen. Ze zijn vaak vierkantig door de vorming van kurklijsten. De zijtakken staan bijna recht af en ze staan ook kruisgewijs tegenover elkaar. De bladknoppen zijn kort eivormig.
Bladeren De tegenover elkaar staande bladeren zijn langwerpig en 3 tot 10 cm lang. Ze zijn ondiep gekarteld-gezaagd. Verder hebben ze een spitse top, een wigvormige voet en een korte steel. De steunblaadjes zijn klein en vallen spoedig af.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De 2 tot 6 bloemen groeien in vertakte bijschermen in de bladoksels. Ze hebben een lange steel. Verder zijn de bloemen groenig, 0,8 tot 1 cm groot en meestal 4-tallig. Ze hebben 4 meeldraden.
Vruchten Een doosvrucht. De vruchten zijn stomp vierkantig, 4-hokkig en roze-rood. Per hokje is er 1 zaad. De zaden zijn wit en worden omgeven door een oranje zaadrok. Ze zijn iets giftig. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.