EcologieBodemZonnige tot licht beschaduwde plaatsen in ondiep, meestal stilstaand, soms zwak stromend, matig voedselrijk, neutraal water. Vooral op plaatsen met een wisselende waterstand en met kwelwater. Zoutmijdend (laagveen, zand en lichte rivierklei).
GroeiplaatsWater (beschaduwde sloten, kleine plassen, spoorsloten, kwelsloten, langzaam stromende beken, kleiputten, gekanaliseerde beken, uitwateringssloten en soms tussen de oeverbegroeiing van plassen) en bossen (beekbegeleidende moerasbossen).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandPlaatselijk vrij algemeen in laagveengebieden, in het rivierengebied en in het oosten en midden van het land en zeer zeldzaam in de Hollandse duinen, in Zeeland, in zeekleigebieden, in Zuid-Limburg en op de Veluwe.
VlaanderenPlaatselijk vrij algemeen in de Kempen en in de Zand- en Zandleemstreek. Elders zeldzaam tot zeer zeldzaam.
WalloniëZeldzaam in Brabant. Elders zeer zeldzaam.
WereldIn Midden-, West- en Oost-Europa. Westelijk tot in Midden-Engeland en Zuidwest-Frankrijk.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurBeringen, R. (2016) Portret van een plant: Waterviolier.
Planten 3: 24-24
Dijkhuis, E. (2016) Portret Waterviolier.
Planten 2: 24-24
Kops, J. (1800) Hottonia palustris - Water-Violier
Flora Batava 1: 12-12
Meinen, G.J. (1914) Waterviolier.
De Levende Natuur 19: 86-87
van Moorsel, R.C.M.J. & H.E. Barendregt (1993) Dotterbloem en Waterviolier in Nederland.
Gorteria 19: 33-44
Waltje, H. (2001) De Waterviolier: kwelindcator van de lage delen van Fryslân.
Twirre 12: 161-162
Zonderwijk, M. (2007) Aan de waterkant: De Waterviolier is een alleskunner.
Natura 104: -
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De lichtgroene stengels zijn verspreid behaard en vooral bovenaan vertakt. De bloeistengel is niet bebladerd.
Bladeren De ondergedoken bladeren zijn tot op de middennerf kamvormig veerdelig en vormen een rozet.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De trompetvormige bloemen steken boven het water uit en zitten in trosvormig bijeengeplaatste kransen in de oksels van kleine schutbladen. Ze zijn bleeklila of wit. De keel is geel. Het bovenste deel van de bloeistengel, de bloemstelen en de kelken zijn klierachtig behaard.
Vruchten Een doosvrucht. De vruchten gaan met 5 lengtespleten open. Tijdens het rijpen krommen de vruchtstelen zich naar beneden. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.