EcologieBodemZonnige tot licht beschaduwde en vaak vrij open plaatsen op matig droge vochtige, matig voedselrijke, vaak kalkhoudende, losse grond (zand, leem, zavel, löss, rivierklei en mergel).
GroeiplaatsGrasland (weiland en hooiland), bermen, bossen (loofbossen en parkbossen), bosranden (voedselrijke zomen), heggen, bij buitenplaatsen, akkers (akkerranden, met name roggeakkers), wijngaarden, langs spoorwegen (spoorbermen), rivierdijken, waterkanten (rivier- en beekoeverwallen), zeeduinen (langs duinbosjes, binnenduinrand), begraafplaatsen en plantsoenen.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandVrij algemeen, maar zeldzaam op de zandgronden van Drenthe, in Zuidoost-Groningen, Salland, op de Veluwe en in Noord-Limburg.
VlaanderenVrij algemeen. Het meest in de Maasvallei, de Leemstreek en de Duinen.
WalloniëVrij zeldzaam in Lotharingen en het Maasdistrict.
WereldZuidwest-Azië, Noordwest-Afrika en Europa, behalve in het noorden. Ingeburgerd in Noord-Amerika.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurBremer, P. (2021) Planten als indicatoren voor oude en jonge houtwallen. Een nadere analyse voor Twente.
Hypericum 21(1): 1-16
Gadella, T.W.J. (1983) Enkele floristische en cytotaxonomische waarnemingen op Schiermonnikoog.
Gorteria 11: 227-229
Gadella, T.W.J. (1970) Enige aantekeningen betreffende
Ornithogalum umbellatum L.
Gorteria 5: 18-19
Gadella, T.W.J. (1976) Enige aanvullingen op de Flora van Vlieland.
Gorteria 8: 51-53
Gadella, T.W.J. (1972)
Ornithogalum divergens in Nederland.
De Levende Natuur 75: 81-87
Gadella, T.W.J. (1972) Some notes on
Ornithogalum umbellatum L. and
Ornithogalum divergens Bor.
Acta Botanica Neerlandica 21: 257-260
Gadella, T.W.J. & L.W.D. van Raamsdonk (1979)
Ornithogalum umbellatum L. en
O. divergens Bor. in Nederland.
Gorteria 9: 273-277
Kops, J. & H.C. van Hall (1828) Ornithogalum umbellatum - Schermbloemige Vogelmelk
Flora Batava 5: 362-362
Sloff, J.G. & J.L. van Soest (1939) Het fluviatiele district in Nederland en zijn flora II.
Nederlandsch kruidkundig archief. Serie 3 49: 268-306
Stolwijk, P.F. (1993) Vogelmelk en Grote muur.
Nieuwsbrief FLORON-FWT 8: 15-15
van Raamsdonk, L.W.D. (2000) Der
Ornithogalum umbellatum-angustifolium-Komplex in Deutschland.
Floristische Rundbriefe 33: 104-113
Venema, P. (2010) Gewone vogelmelk (
Ornithogalum umbellatum) rondom de Oosterboer, Meppel.
Nieuwsbrief Werkgroep Florakartering Drenthe 46: 25-28
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels Ornithogalum umbellatum subsp. umbellatum: De 4-7 cm lange bloemsteel staat na de bloei bloei recht af of is teruggeslagen. Ornithogalum umbellatum subsp. campestre: De 2-4 cm lange bloemsteel staat na de bloei recht omhoog of schuin af.
Bladeren De zes tot negen wortelstandige bladeren zijn lijnvormig, gootvormig en 2-5 mm breed. Ze hebben een witte middenstreep en zijn vrij slap. Vaak beginnen de bladeren al tijdens de bloei te verdorren. De schutbladen aan de voet van de bloemstelen zijn witachtig.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De witte, stervormige, 2½-5 cm grote bloemen vormen samen een scherm. Elke bloem heeft zes bloembladen. De helmknoppen zijn geel. Ornithogalum umbellatum subsp. umbellatum heeft meestal meer dan veertien bloemen. Ornithogalum umbellatum subsp. campestre heeft vijf tot twaalf bloemen.
Vruchten Een doosvrucht. Zaden worden maar zelden gevormd en zijn dan vaak ook niet levenskrachtig. Voortplanting gebeurt hoofdzakelijk doordat de bol nieuwe bolletjes voortbrengt. Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Atlasblokken met waarnemingen
Het aantal atlasblokken (5x5 km) waarin de soort is gemeld binnen een periode van vijf jaar (vanaf 1980) of twintig jaar.
Niet gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en het aantal doorgegeven waarnemingen kan sterk variëren per periode,
dus een trend in verspreiding kan hier niet direct uit worden afgelezen. Het opgegeven jaartal is het eerste jaar van de
periode. Bron: gevalideerde waarnemingen uit de NDFF.
© FLORON & NDFF
download hoge resolutie