Ecologie & verspreiding Bernagie staat op open, zonnige en warme, vochtige en voedselrijke, vaak omgewerkte zand- en zavelgrond, op lichte klei en op stenige plaatsen. Ze groeit in akkers en ruigten, op omgewerkte en braakliggende grond, op ruderale plaatsen en puinhopen, in tuinen en op vuilstorten, in bermen en op spoorwegterreinen. De soort stamt oorspronkelijk uit Zuid-Europa, maar is tegenwoordig in meerdere landen van Europa ingeburgerd. In Nederland is de plant verwilderd uit tuinen, maar wordt ook op grote schaal aangeplant voor de oliehoudende zaden. Ze wordt veel gekweekt als toekruid en als bijenbloem. Bestuiving geschiedt door bijen en hommels, de van een mierenbroodje voorziene zaden worden door deze dieren versleept. Bernagie wordt verwerkt in salades en andere gerechten, is rijk aan zink, vitamine B6, magnesium en biotine en wordt dan ook gebruikt in voedingssupplementen. Vroeger werd de plant medicinaal gebruikt voor uiteenlopende kwalen zoals jicht, hoest, reuma en neerslachtigheid. Ook gebruikt als urineafdrijvend middel en als ontstekingsremmer.
CC-BY-SA 3.0 René van Moorsel, 2014
|
EcologieBodemZonnige, warme, open plaatsen op vochtige, voedselrijke, vaak omgewerkte grond (zand, zavel, lichte klei en stenige plaatsen).
GroeiplaatsAkkers, ruigten, ruderale plaatsen, puinhopen, bermen, omgewerkte grond, tuinen, braakliggende grond, vuilstorten en langs spoorwegen (spoorwegterreinen).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandVerwilderd vanuit tuinen.
VlaanderenVerwilderd vanuit tuinen.
WalloniëVerwilderd vanuit tuinen.
WereldOorspronkelijk uit Zuid-Europa en Noord-Afrika. Plaatselijk ingeburgerd, o.a. in Noord-Frankrijk, Groot-Brittannië, Amerika en Australië.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuurHartsen, F.A. (1865) Borago officinalis - Gewone Bernagie
Flora Batava 12: 889-889
Heimans, E. (1908) Zeldzame planten in de duinen.
De Levende Natuur 13: 141-144
Kramer, M. (1905) Bernagie.
De Levende Natuur 10: 71-73
van Ooststroom, S.J. (1961) 98. Boraginaceae.
Flora Neerlandica : 92-140
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De rechtopstaande, stijve en dikke stengels zijn afstaand borstelachtig behaard en al of niet vertakt.
Bladeren De meestal eironde, in de gevleugelde bladsteel versmalde wortelbladen vormen eerst een rozet. De bladrand is gegolfd. De zittende stengelbladen zijn kleiner en meer langwerpig tot lancetvormig. De bovenste bladeren zijn stengelomvattend. Alle bladen zijn afstaand behaard.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De half-knikkende, 1,5-3 cm grote bloemen staan schermachtig bijeen (bebladerde schichten). Ze hebben een stervormig gedeelde kroon met afstaande, eironde, spitse slippen en een duidelijke kegel van paarszwarte meeldraden. Ze zijn helder blauw (zelden roze of wit) met een wit centrum (witte keelschubben). De helmknoppen zijn donker. De kelkslippen zijn lijn-lancetvormig, ongeveer even lang als de bloemkroon en na de bloei samenneigend. De dikke bloemstelen zijn omgebogen.
Vruchten Een splitvrucht. De vrucht bevat vier bruinig zwarte zaden. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.