Ecologie & verspreiding Bleekgele droogbloem is een pionier van vochtige tot natte, kalk- en/of voedselrijke, zandige of stenige grond. De soort is een uitgesproken liefhebber van vochtige duinvalleien. Daarnaast groeit zij ook op zandplaten en in afgravingen. Zij floreert met name op verrijkte, stenige plaatsen. In het stedelijk gebied staat de plant dikwijls in de straatgoot. In de stad kan zij tevens veelvuldig voorkomen op braakliggende grond en op haven- en industrieterreinen De soort was zeldzaam en bedreigd, maar die tijd is voorbij. De plant heeft de afgelopen dertig jaar een geweldige opmars in steden en langs het spoor gemaakt, waar ze nu volop voorkomt. Bleekgele droogbloem is kensoort van de plantengemeenschap Associatie van Strandduizendguldenkruid en Krielparnassia. Deze groeit als pioniergemeenschap in duinvalleien en aan randen van vaak gedeeltelijk door duinen omsloten strandvlakten. Daarnaast wordt ze ook wel op opgeschoten terreinen gevonden, zoals op enkele plaatsen in het IJsselmeergebied.
CC-BY-SA 3.0 Niko Buiten, 2015
|
EcologieBodemZonnige, open plaatsen (pionier) op matig vochtige tot natte, matig voedselarme tot matige voedselrijke, basische, meestal kalkhoudende grond (zand en leem). Vaak op plaatsen die in de winter onder water staan en 's zomers droogvallen.
GroeiplaatsZeeduinen (jonge duinvalleien), drooggevallen zandplaten en ingedijkte schorren aan de kust, afgravingen (zandgroeven), waterkanten (voedselarme, zandige vijveroevers en ondiepe vijvers), heide (drooggevallen bodems van heidevennen), drooggevallen greppels, natte plekken op opgespoten grond, parkeerplaatsen, langs spoorwegen (spoorwegterreinen), tussen straatstenen, bermen en kapvlakten (plekken waar bos of struweel is gekapt).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandVrij zeldzaam in Zeeland, in de Hollandse duinen, in Flevoland en in stedelijke gebieden. Elders zeer zeldzaam.
VlaanderenVrij zeldzaam. Het meest in de duinen, het Antwerps havengebied (opgespoten grond) en in het Midden-Limburgse vijvergebied. Elders zeldzaam of ontbrekend.
WalloniëZeer zeldzaam ten zuiden van de Samber en de Maas.
WereldZuidwest- en Zuid-Azië, delen van Afrika en Europa. Noordelijk tot in Midden-Engeland en Zuid-Scandinavië. Ingeburgerd in Noord-Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuurCortenraad, J. (1995) Uit de flora van Limburg. Aflevering 38.
Natuurhistorisch Maandblad 84: 82-84
Heijman, E. (2004) Bleekgele droogbloem in de Hondstong 9.
Nieuwsbrief Werkgroep Florakartering Drenthe 40: 9-9
Kops, J. & J.E. van der Trappen (1849) Gnaphalium luteo-album - Bleekgeel Roerkruid
Flora Batava 10: 778-778
Täuber, T. (2000) Neu- und Wiederfunde von Arten der Zwergbinsen-Gesellschaften in Niedersachsen. Teil 2: Landkreise Aurich (AUR), Wittmund (WTM), Leer (LER), Friesland (FRI) und Cloppenburg (CLP).
Floristische Rundbriefe 33: 135-145
van der Reest, P.J. (1985) Het Rammegors, de vegetatie van een schorrengebied na de bedijking.
Gorteria 12: 217-224
Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 2:
163Flora Batava 10:
plaat 0778Heukels' Flora van Nederland, 23e ed.:
596Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
709Nederlandse Oecologische Flora 4:
49Wilde Planten 1:
307Wilde-Planten.nl:
paginadeze soort in de Zadenatlas van Nederland Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De rechtopstaande of opstijgende stengels zijn wit viltig behaard en meestal niet vertakt, maar soms wel bij de voet en hogerop meestal alleen in de bloeiwijze.
Bladeren De verspreid staande bladeren zijn witviltig en hebben een ingerolde rand. De onderste bladeren zijn spatelvormig, de bovenste lijnvormig tot langwerpig. Ze hebben een half-stengelomvattende voet.
Bloemen Polygaam (bloemen met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen en bloemen met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen zitten aan de top van de hoofd- en zijstengels, in afgeronde kluwens zonder bladeren aan de voet. De bloemen zijn oranje of roodachtig geel. Ze hebben geen lintbloemen. Het omwindsel is geelwit, kaal en glanzend.
Vruchten Een eenzadige dopvrucht of nootje. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.