Ecologie & verspreiding Blauwe druifjes groeit op zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op voedselrijke, humeuze, kalkrijke, zandige grond. Zij staat in bossen, bosranden, de binnenduinrand, graslanden, akkers, tuinen, op rivierduinen, bij kastelen, kloosters, buitenplaatsen en in andere stinzenmilieus. De soort is in deze streken ingeburgerd als stinzenplant. In Nederland is Blauwe druifjes een vrij algemene soort, die vooral in de kalkrijke duinen en binnenduinrand voorkomt. Elders is zij in Nederland vrij zeldzaam. Oorspronkelijk komt de plant uit Zuid-Europa en Klein-Azië. Blauwe druifjes wordt sinds 1576 in Nederland als sierplant gekweekt en is verkrijgbaar in de handel. Zij verwilderd gemakkelijk en heeft zich zo vooral een plaatsje in de binnenduinrand weten te verwerven. Vermoedelijk als gevolg van verwildering vanuit tuinen is de soort recent toegenomen.
CC-BY-SA 3.0 Niko Buiten, 2014
|
EcologieBodemZonnige tot licht beschaduwde plaatsen op matig droge tot matig vochtige, matig voedselrijke, zwak zure tot kalrijke, humeuze grond (lemig zand, lichte leem en stenige bodems).
GroeiplaatsGrasland (hooiland, bergweiden en kalkgrasland), braakliggende grond, akkers, wijngaarden, parken, landgoederen, zeeduinen, langs spoorwegen, bossen (lichte loofbossen) en struwelen.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandZeldzaam ingeburgerd als stinsenplant.
VlaanderenZeer zeldzaam ingeburgerd.
WalloniëZeer zeldzaam inheems in de regio Han-sur Lesse. Elders plaatselijk ingeburgerd.
WereldOorspronkelijk uit Zuidwest-Azië en Zuid-Europa. Ingeburgerd in Denemarken, Zuid-Scandinavië, Midden- en West-Europa, Noord-Amerika, Noord-Afrika en Centraal-Azië.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLBeschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De rechtopstaande stengels zijn niet behaard.
Bladeren Elke plant heeft twee of drie bladen. Ze zijn ongeveer even lang als de bloemsteel, breed lijnvormig, 5-25 cm lang en 0,5-1,2 cm breed. Aan de bovenkant zijn ze lichter grijsgroen. Bij de kapvormige top zijn ze het breedst. Vaak hebben ze verhoogde nerven.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen vormen samen vrij dichtbloemige, aarvormige trossen, die later uitgroeien tot vrij losbloemige trossen van maximaal 7 cm lang. De blauwe, 3½-5 mm grote bloemen hebben witte tanden. Ze zijn bijna bolvormig. Onvruchtbare bloemen zijn kleiner en lichter blauw.
Vruchten Een doosvrucht. Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.