Ecologie & verspreiding Bruinrode wespenorchis staat op zonnige tot meestal licht beschaduwde plaatsen op droge tot matig vochtige, matig voedselarme, kalkrijke, grazige grond (zand, mergel en stenige plaatsen). Ze groeit in bossen, in de duinen, in hellinggrasland en kalkgraslanden, op stenige hellingen en op rotsachtige plaatsen. In Zuid-Limburg groeit ze optimaal in kalkhellinggraslanden, soms in de volle zon, maar meestal in de schaduw van bosranden en onder struweel, vaak op plaatsen waar het kalkgesteente dicht aan de oppervlakte ligt en soms zelfs direct op het krijtgesteente. Elders in Nederland staat de soort in struweelranden en bossen op basische tot kalkhoudende grond. De bloemen ruiken duidelijk naar vanille en vaak kan de hele plant naar vanille of naar cumarine geuren. Sinds 1950 is deze Wespenorchis zeer sterk afgenomen en tegenwoordig zeer zeldzaam. De reden van deze sterke afname is niet duidelijk daar de plant in aangrenzende gebieden van Zuid-Limburg nog wel in grotere bestanden voorkomt.
CC-BY-SA 3.0 René van Moorsel, 2014
|
EcologieBodemZonnige tot meestal licht beschaduwde plaatsen op droge tot matig vochtige, matig voedselarme, kalkrijke, grazige grond (zand, mergel en stenige plaatsen).
GroeiplaatsBossen (loofbossen en naaldbossen), bosranden (kalkrijke zomen), struwelen, grasland (kalkgrasland en hellinggrasland), zeeduinen, afgravingen (zandgroeven), stenige hellingen en rotsachtige plaatsen.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandZeer zeldzaam in Zuid-Limburg, op Voorne en bij Amsterdam.
VlaanderenZeer zeldzaam. Nu nog slechts op een plek in Hoboken (Antwerpen).
WalloniëZeldzaam in het Maasgebied en de zuidelijke Ardennen (met name in de Famenne).
WereldMidden- en West-Azië en Oost-, Noord- en Midden-Europa. Westelijk tot in Nederland, België en Groot-Brittannië, noordelijk tot de Noordkaap.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuur(Anoniem) (2009)
Plant Crib - Epipactis. Botanical Society of the British Isles
Arditti,J. & A. Ghani (2000) Tansley Review No. 110. Numerical and physical properties of orchid seeds and their biological implications.
New Phytologist 145: 367-421
Claessens, J. (2021)
Sleutel voor de uitgebloeide orchideeën van Nederland en België. [multi-entry key]
Claessens, J. & M. Claessens (2021)
Sleutel voor uitgebloeide orchideeën van Nederland en België. Eigen uitgave [Determinatiesleutel, e-Book]
Claessens, J. & J. Kleynen (1991) Het geslacht
Epipactis in de Benelux: bloembiologische beschrijvingen en soorttypische kenmerken.
Eurorchis 3: 5-38
Claessens, J. & J. Kleynen (1991) De Bruinrode wespenorchis (
Epipactis atrorubens) in Limburg.
Natuurhistorisch Maandblad 80: 101-103
Hilgers, J. (1972) De achteruitgang van de Orchidaceae in Limburg 7.
Natuurhistorisch Maandblad 61: 54-56
Kreutz, C.A.J. (1981)
Epipactis atrorubens (Hoffm.) Schult., de bruinrode wespenorchis, recent in Zuid-Limburg gevonden.
Gorteria 10: 151-152
van Eeden, F.W. (1893) Epipactis atrorubens - Bruinrood wild Nieskruid
Flora Batava 19: 1446-1446
van Wijngaarden, W. (2004) Bruinrode wespenorchis (
Epipactis atrorubens (Hoffm.) Besser) in een oud Zeeuws herbarium.
Gorteria 30: 10-11
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De stengels zijn naar boven toe min of meer viltig behaard. De top is vaak iets roodpaars. De bloeiwijzesteel is vaak langer dan de middelste stengelleden.
Bladeren Elke plant heeft vijf tot tien spitse bladeren. Ze zijn breed langwerpig tot eirond en omvatten bijna de stengel. Ze staan in twee rijen en zijn langer dan de stengelleden. De onderkant van het onderste blad is roodpaars.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De acht tot achttien afstaande tot half-knikkende bloemen zijn paarsrood en staan wijd open. De buitenste drie bloembladen zijn langwerpig en 6-8 mm lang. De binnenste twee hebben een lichtere kleur, de lip is iets korter en zijn 5½-6½ mm. De top heeft twee of drie wrattige knobbels. De bloemen ruiken naar vanille.
Vruchten Een doosvrucht. Het bruinachtige vruchtbeginsel is donzig behaard. Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL Feedback
Mark Meijrink op 7-9-2024
171,5-509,5. gezien de lengte van het blad kunnen de planten op het herbariumvel onmogelijk Bruinrode wespenrchis betreffen. Daarnaast komen knobbeltjes op het epichiel ook voor bij Brede wespenorchis. Tot slot ook hier geldt dat de bloemdekbladen voorbij het epichiel + hypochiel steken. Deze verhouding: bloemdekbladen v.s. epichiel + hypochiel is kenmerkend voor Brede wespenorchis. Bekeken is herbariumvel L,4230496
Mark Meijrink op 7-9-2024
23,507-398,827. de waarnemingen op Walcheren: zie https://waarneming.nl/observation/115079436/ en https://natuurtijdschriften.nl/pub/537330/GOR2004030001003.pdf bereft een misdeterminatie en betreft Brede wespenorchis gezien de bloeitijd (augustus) en het feit dat de bloemen naar twee zijden van de bloeiwijze zijn gericht
Mark Meijrink op 7-9-2024
167,5-447,5 . De waarneming van de plant bij Veenendaal (gat van vonk, 1966 Jansen) is een misdeterminatie. Het betreft E. helleborine. Let op de verhouding van de bloemdekbladen t.o.v. de lip (epichiel+hypochiel). De bloeddekbladen steken voorbij het epichiel + hypochiel. De positionering van de bloemen aan de bloeiaar klopt niet. Voor Bruinrode wespenorchis geldt dat de bloemen altijd dicht opeen zitten (ook bij kleine exemplaren) en de dat de bloemen altijd naar één zijde van de bloeiwijze gericht zijn. Bron: https://bioportal.naturalis.nl/nl/multimedia/L.3165761_1639323352 herbariumvel L.3165761
Laurens Sparrius op 12-1-2016
Hans Dekker meldt in zijn boek 'De Orchideeën van Noord-Nederland' dat de soort vroeger ook is gemeld van Terschelling, Havelte en Schoorl, echter zonder bewijsmateriaal.
commentaar toevoegen
Atlasblokken met waarnemingen
Het aantal atlasblokken (5x5 km) waarin de soort is gemeld binnen een periode van vijf jaar (vanaf 1980) of twintig jaar.
Niet gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en het aantal doorgegeven waarnemingen kan sterk variëren per periode,
dus een trend in verspreiding kan hier niet direct uit worden afgelezen. Het opgegeven jaartal is het eerste jaar van de
periode. Bron: gevalideerde waarnemingen uit de NDFF.
© FLORON & NDFF
download hoge resolutieFenologie bloeiendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.