Ecologie & verspreiding Schedegeelster is een bolgewas dat voornamelijk voorkomt in en langs oudere beekdalbosjes, waar ze een voorkeur heeft voor voedselrijke, vochtige grond met een goede strooiselvertering. Ze verspreidt zich uitsluitend vegetatief door middel van ondergrondse broedbolletjes. Schedegeelster lijkt hiermee het grootste deel van haar areaal te hebben opgebouwd. Het hoofdverspreidingsgebied van Schedegeelster ligt in noordelijk Midden-Europa: Noord-Duitsland en aansluitend Zuid-Scandinavië en Noord-Polen. Daarbuiten komt ze verspreidt voor in Centraal-Europa. In Nederland is Schedegeelster zeldzaam en vrijwel beperkt tot Oost-Twente en Noord-Drenthe. In bloeiende toestand is Schedegeelster, door de aanwezigheid van één schutblad die de stengel als een schede omvat, goed te onderscheiden van alle andere geelsterren. Ze bloeit echter spaarzaam. In vegetatieve toestand is verwisseling met andere geelsterren mogelijk, vooral met jonge niet bloeiende exemplaren van Bosgeelster: beide zijn bewoners van loofbos. Schedegeelster onderscheidt zich van Bosgeelster door rolronde draadvormige grondbladeren, bij Bosgeelster zijn deze meestal vijfkantig.
CC-BY-SA 3.0 Edwin Dijkhuis, 2014
|
EcologieBodemLicht beschaduwde plaatsen op vrij droge tot vochtige, matig voedselrijke, zwak zure grond (leem en zand). Vaak is er grondwaterstroming op vrij geringe diepte.
GroeiplaatsBossen (loofbossen en langs paden in parkbossen), bosranden (vaak op wat drogere grond), houtwallen, langs hakhoutbosjes grenzend aan akkers, waterkanten (beekoeverwallen) en hellingen.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandVrij zeldzaam in Drenhe en Twente en zeer zeldzaam in Noordwest-Overijssel.
VlaanderenZeer zeldzaam in de Leemstreek.
WalloniëZeer zeldzaam in Brabant.
WereldIn Zuid-Zweden, Oost-Denemarken, Noord-Polen, Noord- Duitsland en Noordoost-Nederland. Geïsoleerde vindplaatsen in Midden-België, Midden-Duitsland, Italië, de Karpaten en het noordelijk deel van de Balkan.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuurBielen, J.W. (1993) Aspecten van de Twentse flora. Goudveil en Geelster.
Nieuwsbrief FLORON-FWT 9: 1-3
Bolink, B.H. (1903) De zeldzame Geelster.
De Levende Natuur 8: 38-38
Cornelis, J., M. Hermy & K. De Waele (2001) Over de verspreiding van
Gagea spathacea (Hayne) Salisb. in Vlaanderen.
Dumortiera 77: 14-16
de Vries, H. (1899)
Gagae spathacea Salisbury. Een nieuwe plant voor de Nederlandsche Flora.
De Levende Natuur 4: 58-59
Dijkhuis, E. & B. Hoentjen (2009) Hoe gaat het met de Geelsterren in Drenthe?
FLORON-nieuws 10: 6-6
Haeupler, H. (1978) Determinatietabel voor
Gagea-soorten in niet-bloeiende toestand.
Gorteria 9: 6-7
Haeupler, H. (1977) Bestimmungsschlüssel der
Gagea-Arten im südlichen Niedersachsen im blütenlosen Zustand.
Göttinger Floristische Rundbriefe 11 Beibl. 5: 1-1
Hillegers, H.P.M. (1969) Zijn
Gagea lutea (L.) Ker-Gawl en
Gagea spathacea (Hayne) Salisb. in N.O.-Nederland als stinseplanten te beschouwen?
Gorteria 4: 161-165
Hofstra, J.J. & J.W. Bielen (2018) De Ruhenbergerbeek (Goorbach), refugium voor bijzondere planten.
Hypericum 16: 1-11
Koch, J. (1974) Ein weiterer Fundort von
Gagea spathacea (Hayen) Salisb. im südosteuropäischen Areal.
Göttinger Floristische Rundbriefe 8: 108-110
Loode, J.W.D. & E.J. Weeda (1976) Geelsterren in Twente en het Duitse grensgebied (vervolg).
De Levende Natuur 79: 238-243
Loode, J.W.D. & E.J. Weeda (1976) Geelsterren in Twente en het Duitse grensgebied.
De Levende Natuur 79: 222-228
Raabe, U. (1981) Goldstern-Vorkommen auf Friedhöfen des östlichen Münsterlandes.
Göttinger Floristische Rundbriefe 15: 77-82
Raabe, U. (1988) Zum Vorkommen von Goldstern-Arten (
Gagea spec.) und Wilder Tulpe (
Tulipa sylvestris) auf Kirch- und Friedhöfen im Raum Hamburg-Lauenburg.
Floristische Rundbriefe 21: 104-106
Raabe, U. (1990) Goldstern-Vorkommen auf Kirch- und Friedhöfen in Ostholstein und Lübeck.
Floristische Rundbriefe 24: 31-34
ten Klooster, W.P. & H. Lanjouw (1972)
Gagea lutea (L.) Ker-Gawl. en
Gagea spathacea (Hayne) Salisb. in Drente.
Gorteria 6: 80-86
van Ooststroom, S.J. & T.J. Reichgelt (1964) 7. Liliaceae.
Flora Neerlandica 1: 97-146
Weeda, E.J. (2006) Waar de Schedegeelster (
Gagea spathacea) zich thuis voelt.
Hypericum 6: 1-17
Zonneveld, B.J.M., B. te Linde & L.J. van den Berg (2015) Genome sizes of 227 accessions of
Gagea (Liliaceae) discriminate between the species from the Netherlands and reveal new ploidies in Gagea.
SpringerPlus 4: 395-395