EcologieBodemLicht beschaduwde plaatsen op vochtige, voedselrijke grond.
GroeiplaatsBossen (loofbossen en langs bospaden), bosranden, ruigten (humeuze ruigten), langs spoorwegen (spoorbermen), beschaduwde bermen, braakliggende grond en soms in moerassen.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandVrij zeldzaam in Midden-Nederland en in het kustgebied. Elders zeldzaam.
VlaanderenZeldzaam ingeburgerd. Het meest in het Brussels Gewest.
WalloniëZeer zeldzaam ingeburgerd.
WereldOorspronkelijk uit Oost-Azië (waaronder Japan). Ingeburgerd in West- en Midden-Europa en in Noord-Amerika.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurAlberternst, B., M. Bauer, R. Böcker & W. Konold (1995) Reynoutria-Arten in Baden-Württemberg - Schlüssel zur Bestimmung und ihre Verbreitung entlang von Fliessgewässern.
Floristische Rundbriefe 29: 113-124
Duistermaat, H., D.M. Soes, J. van Valkenburg, B.J. van Heuven, B. Zonneveld & P.J.A. Kessler (2012)
Actuele verspreiding en risico’s van mannelijk fertiele Fallopia japonica (Polygonaceae) planten. Naturalis, Bureau Waardenburg & NVWA
Godefroid, S. (1996) À propos de l'extension spectaculaire de
Fallopia japonica,
F. sachalinensis,
Buddleja davidii et
Senecio inaequidens en Région bruxelloise.
Dumortiera 63: 9-16
Sanchez, A., T.M. Schuster & K.A. Kron (2009) A large-scale phylogeny of Polygonaceae based on molecular data.
International Journal of Plant Sciences 170: 1044-1055
Schuster, T.M., K.L. Wilson & K.A. Kron (2011) Phylogenetic Relationships of
Muehlenbeckia,
Fallopia, and
Reynoutria (Polygonaceae) investigated with chloroplast and nuclear sequence data.
International Journal of Plant Sciences 172: 1053-1066 [Ondersteunt de plaatsing van Fallopia japonica s.l. in Reynoutria. Herkenning: Reynoutria heeft pluimvormige bloeiwijzen, lange stijlen en vrijstaande meeldraden; Fallopia heeft trossen, korte stijlen en vergroeide meeldraden.]
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels Forser dan Japanse duizendknoop.
Bladeren Bladeren met een stompe tot zwak spitse top en een enigszins hartvormige voet. Ze worden 14 tot 30 cm lang en hebben 8 tot 12 paar zijnerven.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen groeien in dichtbloemige pluimen. Ze zijn geelachtig groen en vormen groepjes van 3 tot 7 bloemen. De bloeiwijzetakken zijn kort behaard. De plant bloeit maar weinig.
Vruchten Een eenzadige dopvrucht of nootje. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.