Ecologie & verspreiding Spindotter staat op zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op humeuze en natte, zeer voedselrijke bodems. Ze groeit in de mondingsgebieden van rivieren waar het zoete rivierwater aan sterke, op- en neergaande bewegingen onderhevig is en de Spindotters volledig ondergedompeld kunnen raken. Binnen het uitgestrekte areaal van het geslacht is ze beperkt tot de rivieren van West-Europa. In Nederland is de soort zeldzaam, maar plaatselijk algemeen in het zoetwatergetijdengebied en langs de Oude Maas. Ook is ze gevonden in het Lauwersmeergebied en aan de IJsselmeerkust. Het taxon verschilt van de normaal minder forse Dotterbloem o.a. door de anders gevormde stengels. Die hebben één of meer elleboogvormige knikken met dikke, massieve knopen, bij Dotterbloem zijn de stengels niet zo gevormd en zijn de knopen hol. Verder worden er op die knopen bladrozetjes gevormd (ontbreken bij Dotterbloemen) die loslaten in de herfst en verspreid worden door het water. Kijk ook bij Dotterbloem.
CC-BY-SA 3.0 René van Moorsel, 2015
|
EcologieBodemZonnige tot licht beschaduwde plaatsen op natte, zeer voedselrijke grond.
GroeiplaatsWaterkanten en moeraasen (in het zoetwatergetijdengebied, in bij hoog water overstroomd rietland).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandZeldzaam, maar plaatselijk algemeen in de Biesbosch en langs de Oude Maas, ook aan de Friese IJsselmeerkust, in het Lauwersmeergebied en bij de monding van het Reitdiep.
VlaanderenAan de Scheldemond.
WalloniëNiet in Wallonië.
WereldIn het kustgebied van West-Europa.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuurAudenaert, T. (2006) De aanwezigheid van
Caltha palustris var.
araneosa (spindotterbloem) in binnendijkse alluviale gebieden langs Durme en Schelde.
Dumortiera 89: 1-3
Blomqvist, M.M., P. Vos, P.G.L Klinkhamer & W.J. ter Keurs (2003) Declining plant species richness of grassland ditch banks - a problem of colonisation or extinction?
Biological Conservation 109: 391-406
Delsman, H.C. (1904) Dotterbloemen.
De Levende Natuur 9: 7-9
Gryseels, M. & P. Durinck (1980)
Caltha palustris L. var.
araneosa van Steenis, ook in de Belgische zoetwater-getijdengebieden.
Dumortiera 16: 15-16
Heukels, P. (1979)
Caltha palustris L. var.
araneosa Steen. ook bij Zwolle.
Gorteria 9: 297-297
Hoekstra, O. & D.T.W. van der Ploeg (1981) De spindotterbloem,
Caltha palustris L. var.
araneosa Steen., nu ook in het noorden van het land gevonden.
Gorteria 10: 150-151
Hoffmann, M. (2001) Spindotters in het Schelde-estuarium.
De Levende Natuur 102: 67-67
Koning, M. (1982) De Biesbosdotter (Caltha palustris araneosa).
De Levende Natuur 84: 60-60
Melman, D. & P. Melman (1989) Dotters: parels in het boerenland.
De Levende Natuur 90: 66-71
Mennema, J. (1968) “Dotterspinnen” ook aan de Oude Maas.
Gorteria 4: 65-66
Smit, P.G. (1970) De dotterbloem in Nederland.
Gorteria 5: 10-15
Smit, P.G. (1968) Taxonomical and ecological studies in
Caltha palustris L. II.
Proceedings of the Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen C 71: 280-292
van der Meijden, R. (1990) Nieuwe wetenschappelijke namen in de 21e editie van Heukels' Flora van Nederland: een nieuwe combinatie in
Caltha.
Gorteria 16: 48-48
van der Ploeg, D.T.E. (1971) Een stabiele grens:
Caltha palustris L. in Friesland.
Gorteria 5: 198-201
van der Ploeg, D.T.E. (1992) Een verdwaalde spin.
Gorteria 18: 120-121
van Dudok Heel, A.F. (1904) Nog eens de
Caltha palustris.
De Levende Natuur 9: 39-40
van Moorsel, R.C.M.J. & H.E. Barendregt (1993) Dotterbloem en Waterviolier in Nederland.
Gorteria 19: 33-44
van Steenis, C.G.G.J. (1971) De zoetwatergetijde - dotter van de Biesbosch en de Oude Maas:
Caltha palustris L. var.
arenosa, var. nov.
Gorteria 5: 213-219
van Steenis, C.G.G.J. (1968) De vegetatieve vermenigvuldiging en verspreiding van
Caltha palustris L. in de Biesbosch.
Gorteria 4: 62-64
van Steenis, C.G.G.J. (1970) Nogmaals de dotters van het zoetwatergetijdengebied.
Gorteria 5: 15-16
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De holle, rechtopstaande stengels zijn naar boven vertakt of ze kruipen en wortelen dan op de knopen. De plant groeit in pollen. De stengelknoppen onder de bloemen zijn massief gevuld en verdikt. Ze wortelen wel. Als de plant in de herfst bovengronds afsterft laten de stengelknoppen los en kunnen zo nieuwe planten vormen.
Bladeren De kale, tot 15 cm brede bladeren zijn hartvormig, getand en glanzig. De onderste bladeren hebben meestal met een lange steel, de bovenste zijn kleiner en vrijwel zonder steel.
Bloemen De glanzend gele bloemen zijn 2 tot 5 cm groot. Aan de onderkant zijn ze vaak groenachtig. Er zijn 5 bloemdekbladen, zelden meer. Aan de voet zitten honingklieren.
Vruchten Het vruchthoofdje bestaat uit 5 tot 8 (soms meer) peulvormige kokervruchtjes in een krans. Rijpe zaden blijven drijven, waardoor de plant zich gemakkelijk langs de oevers van beken en sloten verspreidt.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL