Ecologie & verspreiding Zie ook Bonte luzerne, de veelvoorkomende hybride tussen Luzerne en Sikkelklaver.
CC-BY-SA 3.0 Laurens Sparrius, 2022
|
EcologieBodemZonnige plaatsen op vochtige tot droge, matig voedselarme tot matig voedselrijke, kalkhoudende, grazige grond (zand, klei, leem, zavel en mergel).
GroeiplaatsRivierduinen, rivierdijken, zeeduinen (binnenduinen en bermen), grasland (kalkgrasland), bermen, langs spoorwegen (spoorbermen en spoorwegterreinen), haventerreinen, industrieterreinen, opgespoten grond (kalkrijk zand), braakliggende grond en waterkanten (rivieroeverwallen).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandVrij algemeen in het rivierengebied en vrij zeldzaam in de duinen ten zuiden van Bergen. Elders zeldzaam tot zeer zeldzaam of ontbrekend.
VlaanderenVrij algemeen in het kustgebied en vrij zeldzaam langs de Maas en de Schelde (Antwerpse havengebied). Elders zeer zeldzaam of ontbrekend.
WalloniëVrij zeldzaam in Lotharingen. Elders zeer zeldzaam of ontbrekend.
WereldIn Europa, behalve in enkele randgebieden, en in Azië tot in de koudste delen van Siberië. Ingeburgerd in Noord-Amerika.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuurHartsen, F.A. (1868) Medicago falcata - Zeisvormige Rupsklaver
Flora Batava 13: 982-982
Sloff, J.G & J.L. van Soest (1938) Het fluviatiele district in Nederland en zijn flora.
Nederlandsch kruidkundig archief. Serie 3 48: 199-249
van Ooststroom, S.J. & T.J. Reichgelt (1958) Het geslacht
Medicago in Nederland en België.
Acta Botanica Neerlandica 7: 90-123
Vuyck, L. (1911) Medicago falcata var. tenuifoliolata - Smalbladige Sikkelrupsklaver
Flora Batava 23: 1813-1813
Zijlstra, G. (1972) Eeen tabel ter determinatie van klaversoorten op vegetatieve kenmerken.
Gorteria 6: 27-34
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De liggende tot opstijgende stengels zijn verspreid behaard. Vaak vormt de plant grote matten.
Bladeren De blaadjes zijn drietallig. De deelblaadjes zijn langwerpig tot lijnvormig, tot 2 cm groot en met de grootste breedte boven het midden en aan de top enkele tanden. De steunblaadjes zijn smal en meestal zwak getand.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De meestal rijkbloemige trossen zijn halfbolvormig tot eivormig. De 5 tot mm grote bloemen zijn geel of soms geelwit.
Vruchten Een doosvrucht. De zwarte, 0,8 tot 1½ cm lange peulen zijn vrijwel recht tot sikkelvormig. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.