Ecologie & verspreiding Stofzaad staat op droge tot vrij vochtige, voedselarme, kalkhoudende zand-, leem- en krijtbodems. Deze epiparasiet groeit met behulp van mycorriza in schemerdonkere loof- en naaldbossen waar vaak nauwelijks andere ondergroei aanwezig is , maar ook in licht duinstruikgewas. Nederland valt geheel binnen het Europese deel van het areaal. De plant verspreidt een sterke, eigenaardige geur en is zeldzaam in de Hollandse en Zeeuwse duinen, zeer zeldzaam op de Waddeneilanden, in Midden-Nederland en in Limburg. De soort is overigens pas in de 20e eeuw op de Wadden verschenen. De reden van de sterke achteruitgang is onbekend, mogelijk spelen eutrofiëring, gebrek aan voedingsstoffen en concurrentie met andere planten een rol. De veel looistof bevattende soort is zeer variabel in beharing en in stijllengte, bezit geen bladgroen, is geheel wasgeel en wordt bij droging zwart. De aanvankelijk knikkende bloemtrossen worden door hommels bestoven of de plant bestuift zich zelf, het gevormde zaad is stoffijn en wordt door de wind verspreid. Soms geschiedt de bloei en vruchtzetting geheel ondergronds.
CC-BY-SA 3.0 René van Moorsel, 2014
|
EcologieBodemBeschaduwde plaatsen op vrij vochtige tot droge, voedselarme, kalkhoudende grond. Vaak op plekken met nauwelijks andere ondergroei (zand, soms leem of mergel). Stofzaad parasiteert op de wortels van houtige planten.
GroeiplaatsBossen, zeeduinen (Kruipwilg- en duindoornstruweel en oude landgoedbossen aan de binnenduinrand).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandZeldzaam in de Hollandse en Zeeuwse duinen en zeer zeldzaam op de Waddeneilanden, in Midden-Nederland en in Noord-Brabant.
VlaanderenZeer zeldzaam.
WalloniëVrij zeldzaam in het Maasdistrict en Lotharingen. Elders zeer zeldzaam.
WereldGematigde streken op het noordelijk halfrond.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuur(Anoniem) (1927) Stofzaad.
De Levende Natuur 32: 158-158
Dijkstra, S.J. (1971) Voedselopname bij merkwaardige planten X. Abnormale voeding bij
Monotropa hypopithys, Stofzaad.
Natuurhistorisch Maandblad 60: 74-76
Dorsman, L. (1911) Het stofzaad (
Monotropa hypopitys L.).
De Levende Natuur 16: 158-161
Hartsen, F.A. (1865) Monotropa hipopitys - Woekerend Stofzaad
Flora Batava 12: 959-959
Houtman, G. (1925) Goudhaantjes en Stofzaad.
De Levende Natuur 30: 31-31
Kobus, J.D. (1866)
Flora van Wageningen en aangrenzende gemeenten. A. Ophorst, Wageningen
Liernur, A.G.M. (1934) Het Stofzaad op Terschelling.
De Levende Natuur 39: 231-231
Maquet P, h. & J. Lambinon (1983)
Monotropa hypopitys L. s.l. en Belgique et dans les régions voisines.
Dumortiera 25: 2-10
Slembrouck, J. & D. De Beer (1995) Het Kaal stofzaad (
Monotropa hypopitys L. subsp.
hypophegea (Wallr.) Holmboe var.
hypophegea) in het Antwerpse.
Dumortiera 61-62: 22-22
Thijsse, J.P. (1914) Stofzaad.
De Levende Natuur 19: 1-5
Thijsse, J.P. (1914) Stofzaad.
De Levende Natuur 19: 214-214
van Ooststroom, S.J. & T.J. Reichgelt (1961) 90. Pyrolaceae.
Flora Neerlandica : 27-35
Wilcke, J. (1954) De zaadverspreiding van Stofzaad en Wintergroen.
De Levende Natuur 57: 9-11
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De rechtopstaande stengels zijn bleekgeel tot bijna wit. Later worden ze zwart. Ze hebben geen bladgroen, zijn bros, niet vertakt en dragen schubben.
Bladeren De schubvormige bladeren zijn bleekgeel tot bijna wit en 1 tot 2 cm lang.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen zitten in een dichte, knikkende, maar later opgerichte tros met 8 tot 15 bloemen. De niet gesteelde bloemen zijn klokvormig, 4-tallig, behalve de topbloem. Deze is iets groter en meestal 5-tallig. De kelk is vaak wat onregelmatig en heeft vrije kelkbladen of steelblaadjes. De kroonbladen vertonen aan de voet een uitzakking. De stempel is trechtervormig, licht geel en scheidt een kleverig vocht uit. Ze kunnen behaard of kaal zijn.
Vruchten Een doosvrucht. De rechtopstaande vruchten zijn rondachtig. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.