Ecologie & verspreiding Smalle wikke staat op zonnige en warme, open tot grazige, niet te zure, droge tot matig vochtige, voedselarme tot voedselrijke, vaak iets kalkhoudende grond, bestaande uit zand, leem, zavel, mergel en löss. Deze vroeger als groenbemester gebruikte plant groeit in schrale graslanden, bermen en op dijken, op rotsachtige plaatsen, in graanakkers en ruigten, langs heggen en in schrale overhoekjes, op spoorwegterreinen en braakliggende grond. Ook is ze te vinden op rivierduinen en allerlei plaatsen in de zeeduinen en verder op omgewerkte grond, in afgravingen en ander ruderale plekken. Het is tegenwoordig een kosmopoliet. In Nederland is ze algemeen, waarbij de opmerking gemaakt moet worden dat Smalle wikke waarschijnlijk minder voorkomt dan het kaartje aangeeft en in het verleden (voor 2005) niet onderscheiden werd van de ondersoort Vergeten wikke. Voor de verschillen tussen de ondersoorten komen vooral bloem- en bladkenmerken, naast kenmerken van de rijpe peulen in beeld en daarvoor wordt verwezen naar de gebruikelijke flora’s.
CC-BY-SA 3.0 René van Moorsel, 2015
|
EcologieBodemZonnige, grazige tot open plaatsen op matig vochtige tot droge, voedselarme tot matig voedselrijke, niet te zure, vaak iets kalkhoudende grond (zand, leem, zavel, mergel en löss).
GroeiplaatsBermen, grasland (schraal grasland), dijken, heggen, akkers (graanakkers), rotsachtige plaatsen, ruigten, schrale overhoeken, langs spoorwegen (spoorwegterreinen), zeeduinen (duinhellingen, in duinvalleien tussen ijl dwergstruweel, binnenduinweiland en duingrasland), rivierduinen, ruderale plaatsen, braakliggende grond, omgewerkte grond en afgravingen.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandAlgemeen, maar vrij zeldzaam in het noordelijk zeekleigebied.
VlaanderenAlgemeen.
WalloniëAlgemeen, maar wat minder in de Ardennen.
WereldOorspronkelijk uit Europa, Zuidwest-Azië en Noord-Afrika. Nu in alle werelddelen.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLBeschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De klimmende, donkergroene stengels zijn alleen aan de voet vertakt en voor een deel ondergronds.
Bladeren Onderste bladeren met 1 of 2 paar omgekeerd hartvormige deelblaadjes, hogerop 3 tot 6 paar lancetvormige deelblaadjes en aan het eind een vertakte rank. De bovenste deelblaadjes zijn 2 tot 3 mm breed en duidelijk smaller dan de onderste. De steunblaadjes zijn meestal getand.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De alleenstaande of met 2 (soms tot 4) bij elkaar groeiende bloemen groeien vanuit de bladoksels. Ze zijn 1 tot 2 cm groot. Meestal zijn ze eenkleurig paarsroze. De kelktanden zijn bijna gelijk en weinig korter tot iets langer dan de buis.
Vruchten Een doosvrucht. De rechtopstaande peulen zijn min of meer cilindervormig en glad. Later worden ze kaal en zwart of zwartbruin. De rijpe peulen zijn 3 tot 4 cm lang, donkerbruin tot zwart van kleur en kaal en niet ingesnoerd tussen de zaden. Ze bevatten 4 tot 12 zaden. De zaden zijn zeer kortlevend (< 1 jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Atlasblokken met waarnemingen
Het aantal atlasblokken (5x5 km) waarin de soort is gemeld binnen een periode van vijf jaar (vanaf 1980) of twintig jaar.
Niet gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en het aantal doorgegeven waarnemingen kan sterk variëren per periode,
dus een trend in verspreiding kan hier niet direct uit worden afgelezen. Het opgegeven jaartal is het eerste jaar van de
periode. Bron: gevalideerde waarnemingen uit de NDFF.
© FLORON & NDFF
download hoge resolutieFenologie bloeiendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.