Ecologie & verspreiding Kleine Knotszegge groeit in ons land slechts in een vochtige duinvallei op Terschelling. Ze is hier al sinds 1950 bekend, maar werd pas in 1966 als dusdanig herkend; voordien werd het materiaal aangezien voor de er sterk op gelijkende Knotszegge (Carex buxbaumii). De soort houdt het goed uit op Terschelling, maar vermeerdert zich enkele vegetatief. Kleine knotszegge is in het buitenland zeker niet beperkt tot duinvalleien; in Polen b.v. is de soort algemener dan Knotszegge en groeit daar in vochtige hooilanden en rietlanden. De soort wordt in Nederland algemeen als inheems beschouwd, al is dat mogelijk discutabel. Aanvoer via vogels lijkt onwaarschijnlijk: waarom vindt er dan geen vermeerdering plaats naar andere geschikte plaatsen. Immers, het habitat op Terschelling is relatief algemeen voorkomend op de Waddeneilanden. Bovendien zijn er medio vorige eeuw meerdere zeldzame plantensoorten op Terschelling gevonden. (On)opzettelijke aanvoer door de mens moet dan ook niet geheel worden uitgesloten.
CC-BY-SA 3.0 Jacob Koopman, 2014
|
EcologieBodemZonnige plaatsen op vochtige, voedselarme, zwak zure grond (duinzand en laagveen).
GroeiplaatsZeeduinen (duinvalleien) en grasland (schraal grasland dat pas tegen de herfst wordt gemaaid).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandZeer zeldzaam op Terschelling.
VlaanderenNiet in Vlaanderen.
WalloniëNiet in Wallonië.
WereldNoord-Amerika (op slechts één plek in het oosten), Noord-Azië en Oost-, Noord- en Midden-Europa, westelijk tot in Duitsland. Voorposten op het Oost-Friese Waddeneiland Borkum en op Terschelling.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuurEisele, W. & E. Zähringer (1998) Vorläufiger Schlüssel zur Bestimmung der Seggen (
Carex spec.) Baden-Württembergs nach vegetativen Merkmale.
Floristische Rundbriefe Beiheft 5: 1-26
Kern, J.H. (1967)
Carex hartmanii Caj. in Nederland.
Gorteria 3: 93-96
Kern, J.H. & T.J. Reichgelt (1954) Carex L., 1753.
Flora Neerlandica : 7-133
Koopman, J. (2018)
Carex hartmaniorum A. Cajander, de gecorrigeerde naam voor
Carex hartmanii Cajander (Cyperaceae).
Gorteria 40: 40-41
Rich, T.C.G. & A.C. Jermy (1998)
Plant Crib - Carex. Botanical Society of the British Isles
Sykora, K.V. (1978) De achteruitgang van de Schellingerzegge (
Carex hartmanii).
De Levende Natuur 81: 92-95
Westhoff, V. & P. Ketner (1967) Milieu en vegetatie van
Carex hartmanii Caj. op Terschelling, in het kader van een oecologische vergelijking van deze soort en
Carex buxbaumii Wahlenb.
Gorteria 3: 119-126
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Bladeren De bladen lijken sterk op die van Knotszegge, maar mssen de blauwige tint.
Bloemen Eenslachtig (een bloem met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). Eenhuizig (mannelijke en vrouwelijke bloemen op dezelfde plant). De bovenste aar heeft aan de voet slechts enkele mannelijke bloemen, waardoor deze bij vruchtrijpheid nauwelijks knotsvormig is, maar meer kort cylindervormig. De andere drieof vier aren zijn vrouwelijk. De bovenste aren zitten dicht tegen de topaar aangedrukt.
Vruchten Een eenzadige dopvrucht of nootje. De urntjes zijn 2-3 mm lang en duidelijk generfd. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Atlasblokken met waarnemingen
Het aantal atlasblokken (5x5 km) waarin de soort is gemeld binnen een periode van vijf jaar (vanaf 1980) of twintig jaar.
Niet gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en het aantal doorgegeven waarnemingen kan sterk variëren per periode,
dus een trend in verspreiding kan hier niet direct uit worden afgelezen. Het opgegeven jaartal is het eerste jaar van de
periode. Bron: gevalideerde waarnemingen uit de NDFF.
© FLORON & NDFF
download hoge resolutie