EcologieBodemZonnige, open plaatsen op matig droge tot vochtige, voedselrijke tot zeer voedselrijke, met name stikstofrijke, vaak omgewerkte grond (zand, leem, zavel, klei en stenige plaatsen).
GroeiplaatsBij boerderijen, bermen (open plaatsen en langs fietspaden), wegranden, akkers (hakvruchtakkers), ruigten (voedselrijke ruigten), tuinen, braakliggende grond, enigszins ruderale plaatsen, zeeduinen (bij zeedorpen), bij hekken, heggen, langs muren en grasland (intensief beweide en bemeste dijken en weiland).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandVrij algemeen, maar zeldzaam in het oosten en midden van het land.
VlaanderenVrij algemeen, maar zeldzaam in de Kempen.
WalloniëVrij algemeen, maar zeldzaam in de Ardennen.
WereldOorspronkelijk uit gematigde streken in Europa en Azië. Nu in alle werelddelen, in gebieden met een gematigd klimaat.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurAbbink-Meijerink, C.G. (1998) Uit de Nieuwsbrief van de Floristische Werkgroep Twente. Verwarring rond kleinbloemige kaasjeskruiden.
Gorteria 24: 94-96
Abbink-Meijerink, C.G. (1998) Verwarring rond kleinbloemige kaasjeskruiden.
Nieuwsbrief FLORON-FWT 18: 2-3
Hobohm, C. & J.H.J. Schaminée (1994) De plantensociologische positie van
Malva neglecta: vroeger en nu.
Stratiotes 8: 3-11
Reijerse, A.I. (2005) 'Kleinbloemige' kaasjeskruiden: een puzzel?
Gorteria 31: 80-89
Sloff, J.G & J.L. van Soest (1938) Het fluviatiele district in Nederland en zijn flora.
Nederlandsch kruidkundig archief. Serie 3 48: 199-249
Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 3:
101Flora Batava 02:
plaatHeukels' Flora van Nederland, 23e ed.:
442Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
459Nederlandse Oecologische Flora 2:
183Wilde Planten 2:
244Wilde-Planten.nl:
paginaAfbeelding in de Zadenatlas (Digital Plant Atlas) Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De stengels zijn liggend tot opstijgend.
Bladeren De behaarde bladeren zijn rondachtig, met drie tot zeven afgeronde lobben.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De kroonbladen zijn roze tot bijna wit, 0,8-1 cm en diep uitgerand. Ze hebben behaarde nagels en zijn twee keer zo lang als de kelkbladen. De kelkslippen zijn vlak. De bijkelkbladen zijn lijnvormig tot langwerpig en korter dan de kelk. Na de bloei krommen de vruchtstelen zich naar beneden.
Vruchten Een splitvrucht. De deelvruchtjes zijn behaard en niet gerimpeld. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.