Ecologie & verspreiding Knikkende vogelmelk groeit op licht beschaduwde, meestal grazige plekken op vochtige, humeuze, doorgaans kalkhoudende, voedselrijke zand- en kleigrond. Zij staat in parken, landgoedbossen, boomgaarden, graslanden, oude tuinen, aan heggen, op kerkhoven, stadswallen en in andere stinzenmilieus. In Nederland komt Knikkende vogelmelk als stinzenplant vrij zeldzaam voor in de kalkrijke duinen aan de binnenduinrand, langs de Utrechtse Vecht, op Texel, in Noord- en West-Friesland en West-Groningen. Elders is zij zeer zeldzaam. Knikkende vogelmelk komt oorspronkelijk uit Bulgarije, het oosten van Griekenland, het westen van Turkije en mogelijk een deel van Italië. Als sierplant is zij elders ingevoerd en ingeburgerd. Omstreeks 1600 is zij in de Hortus in Leiden aangeplant, van waaruit ze zich over de stad verspreidde. Zij kan zich zowel door de vorming van nevenbollen als de vorming van zaad vermeerderen. Knikkende vogelmelk is in de handel verkrijgbaar.
CC-BY-SA 3.0Â Niko Buiten, 2014
|
EcologieBodemLicht beschaduwde plaatsen op vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, humushoudende en vaak kalkhoudende grond (zand, zavel en klei).
GroeiplaatsGrasland (licht beschaduwde, grazige plaatsen), bossen (landgoedbossen), heggen, begraafplaatsen, parken, hellingen, wijngaarden, zeeduinen (binnenduinrand) en stadswallen.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandZeldzaam als stinsenplant in Noord- en West-Fryslân, Noord-Groningen, langs de Vecht en in de Hollandse en zeer zeldzaam in enkele laagveengebieden, Noord-Limburg, Noord-Brabant, het oosten en midden van het land en op Texel.
VlaanderenNiet in Vlaanderen.
WalloniëNiet in Wallonië.
WereldOorspronkelijk uit Zuidwest-Azië en Zuidoost-Europa (Bulgarije, Oost-Griekenland en West-Turkije en mogelijk een deel van Italië). Ingeburgerd in Midden- en West-Europa en in Noord-Amerika.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuurGadella, T.W.J. (1972) Some notes on
Ornithogalum umbellatum L. and
Ornithogalum divergens Bor.
Acta Botanica Neerlandica 21: 257-260
Kops, J. (1822) Ornithogalum nutans - Knikkend Vogelmelk
Flora Batava 4: 243-243
Raabe, U. (1988) Zum Vorkommen von Goldstern-Arten (
Gagea spec.) und Wilder Tulpe (
Tulipa sylvestris) auf Kirch- und Friedhöfen im Raum Hamburg-Lauenburg.
Floristische Rundbriefe 21: 104-106
van der Ploeg, D.T.E. (1969) Vindplaatsen van stinseplanten in Friesland.
Gorteria 4: 203-208
Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 2:
226Flora Batava 04:
plaatHeukels' Flora van Nederland, 23e ed.:
121Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
133Nederlandse Oecologische Flora 4:
288Stinzenplanten (P.A. Bakker & E. Boeve, 1985):
106Wilde Planten 1:
82Wilde-Planten.nl:
paginaAfbeelding in de Zadenatlas (Digital Plant Atlas) Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De stengels zijn kaal.
Bladeren De bladeren zijn grasachtig, breed lijnvormig en hebben van boven een witte hoogtestreep. De schutbladen zijn langer dan de bloemstelen.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De knikkende bloemen zitten in losbloemige, naar één kant gekeerde aarvormige trossen. Ze zijn klokvormig, wit, van buiten groenig en 2,6-4 cm. De buitenste drie meeldraden zijn korter dan de binnenste drie. Alle meeldraden of alleen de binnenste hebben drie toppen en aan beide kanten van de helmknop een tand.
Vruchten Een doosvrucht. De zaden hebben een oliehoudend oppervlak. Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.