Ecologie & verspreiding Klein springzaad groeit op enigszins beschaduwde plekken op vochtige, matig voedselrijke, zwak zure zand- en veengrond in loofbossen, beekbegeleidende bossen, bosranden, heggen, houtwallen, parken, plantsoenen, bermen, langs holle wegen, tuinen, omgewerkte grond, aan de voet van muren, enigszins ruderale plekken, langs spoorwegen, ruigten, kustduinen en in rietkragen langs plassen en kanalen. In Nederland is de plant algemeen in het Zuidoostelijke deel van de Veluwe, het kalkrijke kustgebied en in het stedelijk gebied. Elders in Nederland zij zeldzaam. Klein springzaad begon de opmars in Europa vanuit botanische tuinen en landgoederen, waar zij was aangeplant, verwilderde en inburgerde. Doordat het zaad via actieve bosbouw verspreid wordt kon de soort zich op diverse plekken vestigen. Klein springzaad is oorspronkelijk afkomstig uit zuidelijk Midden-Azië, vermoedelijk uit Mongolië.
CC-BY-SA 3.0Â Niko Buiten, 2020
|
EcologieBodemHalf beschaduwde tot licht beschaduwde plaatsen op vochtige, matig voedselrijke, zwak zure grond (zand en veen).
GroeiplaatsBossen (loofbossen en beekbegeleidende bossen), bosranden, heggen, houtwallen (voedselrijke zomen), parken, langs holle wegen, tuinen, omgewerkte grond, bij houtzagerijen, aan de voet van muren, enigszins ruderale plaatsen, langs spoorwegen (spoorwegterreinen), ruigten, bij houtransportbedrijven, stortterreinen, zeeduinen en waterkanten (rietkragen langs plassen en kanalen).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandAlgemeen in het midden van het land en vrij algemeen in het oosten, in de Hollandse duinen en in stedelijke gebieden. Elders zeldzaam.
VlaanderenVrij zeldzaam, maar plaatselijk vrij algemeen. Zich uitbreidend.
WalloniëVrij zeldzaam. Het meest in Brabant.
WereldOorspronkelijk uit Midden-Azië (de westelijke Himalaya). Ingeburgerd in een groot deel van Europa (niet in het uiterste noorden, westen en zuiden) en in Canada.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuurBoon, B. (1902) Eenige botanische bijzonderheden.
De Levende Natuur 7: 74-77
Bouwman-Buis, C.M. (1937) Klein springzaad.
De Levende Natuur 42: 224-224
de Hartog, L. (1921) Klein springzaad.
De Levende Natuur 25: 267-267
Dijkstra, S.J. (1937) Klein springzaad.
De Levende Natuur 42: 95-96
Dijkstra, S.J. (1937) Klein springzaad.
De Levende Natuur 42: 160-160
Dijkstra, S.J. (1937) Klein springzaad.
De Levende Natuur 42: 255-255
Floristenclub Gelderse Vallei (1971) Neofieten van Midden-Nederland.
Gorteria 5: 136-146
MacGillavry, D. (1937) Klein springzaad.
De Levende Natuur 42: 28-28
MacGillavry, D. (1937) Klein springzaad.
De Levende Natuur 42: 255-255
Matthews, J. (2015)
Risks and management of non-native Impatiens species in the Netherlands. Institute for Water and Wetland Research, Radboud University
Matthews, J., R. Beringen, E. Boer, H. Duistermaat, B. Odé, J.L.C.H. van Valkenburg, G. van der Velde & R.S.E.W. Leuven (2015)
Risks and management of non-native Impatiens species in the Netherlands. Radboud Universiteit, Nijmegen
Roegholt, R. (1937) Klein springzaad.
De Levende Natuur 41: 381-381
Roegholt, R. (1937) Klein springzaad.
De Levende Natuur 42: 159-160
Vuyck, L. (1901) Impatiens parviflora - Kleinbloemig Springkruid; Balsamine
Flora Batava 21: 1621-1621
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De kale stengels zijn al of niet vertakt.
Bladeren De verspreid staande bladeren zijn langwerpig tot eirond, spits en scherp gezaagd. Ze hebben knotsvormige klieren aan beide kanten van de voet van de bladsteel. De bovenste bladeren zijn groter dan de onderste.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De rechte bloemtrossen staan schuin omhoog en bevatten vier tot tien bloemen. De bloemen zijn lichtgeel en hebben geen vlekken. Ze zijn met de spoor 0,6-1,8 cm. Ze staan rechtop en steken boven de bladeren uit. De spoor is vrijwel recht en kort trechtervormig.
Vruchten Een doosvrucht. De 0,5-2 cm lange vruchten zijn cilindervormig. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.