EcologieBodemZonnige, vaak wat open plaatsen op droge tot matig vochtige, voedselarme tot matig voedselrijke, goed doorlatende, neutrale tot kalkrijke grond (zand, leem, zavel en mergel).
GroeiplaatsZeeduinen (kalkrijke mosduinen en duingrasland), bermen, grasland (zandige plaatsen, uiterwaarden en kalkgrasland), langs spoorwegen (spoorbermen en spoorwegterreinen), opgespoten grond, zandige dijken en hellingen.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandVrij algemeen in de Hollandse en Zeeuwse duinen, vrij zeldzaam in Zuid-Limburg en op de Waddeneilanden en zeldzaam in het rivierengebied.
VlaanderenAlgemeen in de duinen en vrij algemeen in de Voerstreek. Elders veel zeldzamer.
WalloniëVrij algemeen in het Maasgebied en in Lotharingen (de zuidelijke Ardennen) en zeldzaam in Brabant.
WereldZeeduinen (kalkrijke mosduinen en duingrasland), bermen, grasland (zandige plaatsen, uiterwaarden en kalkgrasland), langs spoorwegen (spoorbermen en spoorwegterreinen), opgespoten grond, zandige dijken en hellingen.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurKobus, J.D. (1866)
Flora van Wageningen en aangrenzende gemeenten. A. Ophorst, Wageningen
Kops, J. (1814) Ononis arvensis - Akker Stalkruid
Flora Batava 3: 219-219
Sloff, J.G & J.L. van Soest (1938) Het fluviatiele district in Nederland en zijn flora.
Nederlandsch kruidkundig archief. Serie 3 48: 199-249
Zijlstra, G. (1972) Eeen tabel ter determinatie van klaversoorten op vegetatieve kenmerken.
Gorteria 6: 27-34
Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 3:
112Flora Batava 03:
plaatHeukels' Flora van Nederland, 23e ed.:
366Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
346Nederlandse Oecologische Flora 2:
132Wilde Planten 1:
227Wilde-Planten.nl:
paginaAfbeelding in de Zadenatlas (Digital Plant Atlas) Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De vaak wortelende, liggende of soms rechtop staande stengels zijn wollig behaard. Ze kruipen onder de grond en verhouten aan de voet. Jonge stengels zijn rondom behaard. Meestal zonder dorens en als ze er al zijn dan zijn ze zwak en zacht en niet met twee bij elkaar.
Bladeren De enkelvoudige tot drietallige bladeren zijn kleverig door klierharen. De drie tot vijf deelblaadjes zijn eirond tot langwerpig met meestal een stompe top. Ze ruiken naar bokken.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen groeien in losbloemige, bebladerde pluimen. Ze zijn roze, paarsig of zelden wit en worden 1½-2 cm (ze zijn iets groter dan die van Kattendoorn). De top van de kiel komt niet voorbij de zwaarden (de vleugels zijn even lang als de kiel).
Vruchten Een doosvrucht. De 5-7 mm lange peul is korter dan de kelk. De kelk groeit na de bloei uit en omsluit de peul. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.