Ecologie & verspreiding Korrelganzenvoet staat op open, zonnige, matig vochtige tot vrij natte, zeer voedsel- en uitgesproken stikstofrijke, kalkarme, vaak zandige, omgewerkte bodems en op drooggevallen plaatsen, ook op brakke plaatsen. De eenjarige plant groeit in akkers en akkerranden, op drooggevallen oevers van rivieren, in bermen en op braakliggende grond, in ruigten en op stortplaatsen, in moestuinen en wijngaarden, in plantsoenen en op spoorwegterreinen. Nederland valt geheel binnen het Europese deel van het areaal. Ze is algemeen in ons land, maar vrij zeldzaam in Drenthe en op de Wadden. De stengel is aan de voet vaak sterk vertakt, kaal en kantig en de bladstand is wisselend, onderaan in paren en de bovenste verspreid. De 4 of 5-tallige bloemen staan in ijle, bebladerde en okselstandige pluimen, de glanzende, bruinrode tot zwarte zaden zijn duidelijk zichtbaar door de stervormig afstaande bloemdekbladen. Ze is altijd herkenbaar aan de gaafrandige, lichtgroene bladeren die van een smalle, paarsrode, scherp afstekende rand zijn voorzien.
CC-BY-SA 3.0 René van Moorsel, 2015
|
EcologieBodemZonnige, open plaatsen (pioniervegetaties) op matig vochtige tot vrij natte, voedselrijke, kalkarme, vaak zandige, omgewerkte grond en op drooggevallen plekken. Ook op brakke plaatsen (zand, leem, zavel en lichte klei).
GroeiplaatsAkkers (akkers en akkerranden), moestuinen, bermen (open plaatsen), braakliggende grond, wijngaarden, plantsoenen, langs spoorwegen (spoorwegterreinen), waterkanten (o.a. drooggevallen oevers van rivieren) en afgravingen.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandAlgemeen, maar vrij zeldzaam in het noordoosten, het noordelijk zeekleigebied en op de Waddeneilanden.
VlaanderenVrij algemeen. Het meest in de Zand- en Zandleemstreek en de Maasvallei.
WalloniëVrij algemeen, maar vrij zeldzaam in de Ardennen.
WereldEuropa, behalve in de noordelijkste en westelijkste delen. Oostelijk tot in Midden-Azië. Ingevoerd in Noord-Amerika en Zuid-Afrika.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLBeschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De liggende tot meestal rechtopstaande stengels zijn aan de voet vaak sterk vertakt. Verder zijn ze kaal, vierkantig en vaak rood aangelopen.
Bladeren De bladeren staan onderaan in paren tegenover elkaar, de bovenste staan verspreid. Ze zijn eivormig tot langwerpig met een vrijwel gave rand. Op de bladrand zie je vaak een smalle, scherpe, roodpaarse lijn.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen groeien in ijle bloeiwijzen, verdeeld over bijna de hele hoogte van de plant. Het zijn lange, losbloemige aren verenigd tot bebladerde pluimen in de bladoksels. De bloemen zijn groenig en vier- of vijftallig.
Vruchten Een eenzadige dopvrucht of nootje. De glanzende zaden worden tot 1 mm breed. Eerst zijn ze bruinrood, later worden ze zwart. De bloemdekbladen van de vrucht staan af (ze sluiten niet om de vrucht). De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.
De bloeiperiode is dit jaar 12 dagen eerder dan het langjarig gemiddelde.