EcologieBodemZonnige plaatsen op min of meer droge, voedselarme tot matig voedselrijke, weinig of niet bemeste, kalkrijke en vaak humusarme grond (mergel, zavel, zandige rivierklei, duinzand en stenige plaatsen).
GroeiplaatsZeeduinen (duingrasland en laagblijvend duinstruweel), struwelen, grasland (schraal grasland, kalkgrasland en kalkrijk hellinggrasland), bermen, dijken (rivierdijkgrasland), hoge delen van uiterwaarden, langs spoorwegen (spoorwegterreinen) en rotsachtige plaatsen.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandVrij zeldzaam in Zuid-Limburg en zeldzaam in het rivierengebied, het zuidoosten en in de Hollandse duinen. Elders zeer zeldzaam.
VlaanderenAlgemeen in het Maasgebied en de Voerstreek. Elders zeldzaam tot zeer zeldzaam.
WalloniëAlgemeen in het Maasgebied en Lotharingen en vrij zeldzaam in het Ardens district. Elders zeer zeldzaam.
WereldGematigde streken in Europa. Niet in het hoge noorden. Ook in Noord-Afrika en Zuidwest-Azië. Vanaf Turkije tot in Centraal-Azië is het een andere ondersoort. Ingeburgerd in o.a. Noord-Amerika.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL Literatuurde Wever, A. (1932)
Sanguisorba minor Scop., Klein sorbenkruid.
Natuurhistorisch Maandblad 21: 42-44
de Wever, A. (1936)
Sanguisorba officinalis L.
Natuurhistorisch Maandblad 25: 7-7
Hartsen, F.A. (1868) Poterium sanguisorba - Gewone Pimpernel
Flora Batava 13: 1006-1006
Odé, B. & R.C.M.J. van Moorsel (2003) Een vergeten Pimpernel.
Gorteria 29: 106-108
Raemakers, I. & T. Faasen (2012) Bijzondere planten en insecten in de Curfsgroeve.
Natuurhistorisch Maandblad 101: 63-73
Sloff, J.G & J.L. van Soest (1938) Het fluviatiele district in Nederland en zijn flora.
Nederlandsch kruidkundig archief. Serie 3 48: 199-249
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De bloeistengels staan rechtop. Polvormend.
Bladeren De grijsgroene bladeren zijn geveerd. De onderste bladeren met negen tot soms eenendertig eivormige deelblaadjes met aan beide kanten vier tot acht spitse tanden. De hoogste blaadjes zijn 0,5-2 cm en rond tot eivormig.
Bloemen Eenslachtig (een bloem met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). Eenhuizig (mannelijke en vrouwelijke bloemen op dezelfde plant). De bolvormige bloemhoofdjes zijn 1-2 cm. De bovenste bloemen hebben roodachtige stijlen, de bloemdekbladen zijn groenachtig en vaak paarsrood aangelopen. Elke bloem bevat tien tot dertig hangende meeldraden. Ze zijn drie tot vijf keer zo lang als de kelkbladen. De bovenste bloemen zijn vrouwelijk, de onderste mannelijk. De helmknoppen zijn geel, maar worden later bruin.
Vruchten Een eenzadige dopvrucht of nootje. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.