Ecologie & verspreiding Kleine ratelaar is tegenwoordig in Nederland vrij zeldzaam op bermen, dijken en hooilanden en profiteert van extensief maaibeheer. Op de Waddeneilanden, Hollandse duinen en Zuid-Limburg komt de soort wat meer voor. Elders in Nederland treffen we Kleine ratelaar meestal aan op lemige zand- of kleigrond. Het lijkt alsof zij in ons land vroeger algemeen voorkwam op zand en kleigrond. Het verspreidingskaartje geeft echter geen juist beeld; tot ver in de 19e eeuw werd Kleine ratelaar niet erkend als aparte soort en -in navolging van Linnaeus- samen met Grote ratelaar tot één soort gerekend (Rhinanthus crista-galli). In onze tijd is Kleine ratelaar de zeldzaamste van de twee en bovendien afnemend. Zij groeit voornamelijk in laag productieve graslanden met een hooilandbeheer. Kleine ratelaar en Grote ratelaar lijken op elkaar; bij de laatste zijn de schutbladen van de bloemen opvallend lichtgekleurd. Kleine ratelaar heeft een kleinere bloemkroon met een meestal wittige -soms blauwpaarse- bovenlip.
CC-BY-SA 3.0 Bert Lanjouw, 2022
|
EcologieBodemZonnige plaatsen op vochtige tot droge (gemiddeld op iets drogere plaatsen dan Grote ratelaar), voedselarme tot matig voedselrijke, zwak zure tot kalkhoudende, maar meestal basische grond. Ook in zwak brak milieu (zand, leem, zavel, klei, mergel en veen). Kleine ratelaar is een halfparasiet en parasiteert op grassen.
GroeiplaatsRivierduinen, zeeduinen (duinhellingen en ijl struwelen in duinvalleien), venen, grasland (nabegraasd grasland, schraal hooiland, kalkgrasland, vochtig beekdalhooiland en polderboezems), bermen, zandige dijken en heide (grazige, droge heide op leem).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandPlaatselijk vrij algemeen in Zuid-Limburg, in de duinen en in Zeeland en vrij zeldzaam in het rivierengebied. Elders zeldzaam.
VlaanderenVrij algemeen in het kustgebied en in het Maasgebied. Elders zeldzaam. Sterk afgenomen, met name in het binnenland.
WalloniëVrij algemeen in het Maasgebied en Lotharingen. Elders zeldzaam.
WereldEuropa, behalve in de meest zuidelijke delen en in West-Azië (tot in West-Siberië en de Kaukasus). Ingeburgerd in Noord-Amerika.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuurKops, J. & H.C. van Hall (1832) Rhinanthus minor - kleine Ratelen
Flora Batava 6: 433-433
Lako, D. (1905) 2e Bijlage tot de Vergadering van 22 Augustus 1904. Mededeeling betreffende de inlandsche soorten van het geslacht
Rhinanthus L.
Nederlandsch kruidkundig archief. Serie 3 16: 17-28
Lako, D. (1906) Mededeeling betreffende de inlandsche soorten van het geslacht
Rhinanthus L.
Recueil des travaux botaniques néerlandais 2: 278-279
Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 3:
134Flora Batava 06:
plaatHeukels' Flora van Nederland, 23e ed.:
519Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
633Nederlandse Oecologische Flora 3:
236Wilde Planten 3:
308Wilde-Planten.nl:
paginaAfbeelding in de Zadenatlas (Digital Plant Atlas) Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De rechtopstaande stengels zijn al dan niet vertakt. Vaak hebben ze zwarte strepen of stippen en ze zijn niet of maar weinig behaard.
Bladeren De donkergroene, langwerpige tot lijnvormige bladeren zijn 0,5-1,5 cm breed en getand. De schutbladen hebben dezelfde kleur en iets toegespitste maar niet genaalde tanden, die naar de top van het schutblad toe kleiner worden.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De lichtgele bloemen zijn 1-1½ cm. De kroonbuis is recht. De onderlip staat af. De 0,5-1 mm lange tanden van de bovenlip zijn meer breed dan lang en afgerond. De keel staat min of meer open. De stempel is korter dan de bovenlip. De kelk is kaal of hoogstens aan de rand behaard.
Vruchten Een doosvrucht. De zaden zijn kortlevend (één tot vijf jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.