EcologieBodemZonnige plaatsen op droge tot matig vochtige, voedselarme tot matige voedselrijke, zwak zure, neutrale of basische, kalkhoudende, niet te sterk bemeste grond (lemig zand, leem, löss, lichte zavel, mergel en stenige plaatsen).
GroeiplaatsGrasland (ruig grasland, schraal grasland, weiland en kalkgrasland), bermen, rotsen, heide, zeeduinen, rivierdijken, kanaaldijken en langs spoorwegen (spoordijken).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandVrij algemeen in Zuid-Limburg, het oostelijke rivierengebied en in de Zeeuwse en Hollandse duinen en vrij zeldzaam in het oosten van Nederland. Elders zeer zeldzaam.
VlaanderenAlgemeen in de Maasvallei en vrij algemeen in de Leemstreek en de Duinen. Elders zeldzamer.
WalloniëVrij algemeen.
WereldHet grootste deel van Europa. Oostelijk tot in Centraal-Azië. Ingeburgerd in Noord-Amerika en Nieuw-Zeeland.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurBielen, J.W. & P.F. Stolwijk (1998) Aspecten van de Twentse flora.
Nieuwsbrief FLORON-FWT 19: 11-12
Farjon, A. (1983) De botanische betekenis van enkele oude leemkuilen op de Blaricumer Heide en de Tafelbergheide in het Gooi.
Gorteria 11: 230-234
Hartsen, F.A. (1865) Pimpinella saxifraga - Kleine Steenbreek
Flora Batava 12: 958-958
Sloff, J.G & J.L. van Soest (1938) Het fluviatiele district in Nederland en zijn flora.
Nederlandsch kruidkundig archief. Serie 3 48: 199-249
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De stengels zijn met merg gevuld of hebben in de vruchttijd een nauwe holte. Verder zijn ze rond, fijn gestreept, kortharig, nauwelijks geribd en stevig. Ze zijn moeilijk door te breken.
Bladeren De bladeren zijn zeer veranderlijk. De onderste bladeren zijn dof van kleur, eirond, één- tot tweevoudig geveerd met twee tot zeven gezaagde tot veerspletige blaadjes. Ze zijn 1-1,5 cm. De middelste bladeren zijn dubbel geveerd.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De 2 mm grote bloemen zijn wit. De stijlen zijn in de bloeitijd korter dan het vruchtbeginsel.
Vruchten Een splitvrucht. De vruchten zijn eivormig, 2-2½ mm, met weinig opvallende ribben. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.