Ecologie & verspreiding Knopbies groeit op zonnige, natte, voedselarme tot matig voedselrijk, zwak zure tot basen- en kalkrijke, uitgesproken stikstofarme tot stikstofarme, zoete of ontziltende zandgrond, verder ook op leem en veen. Ze verdraagt enig zout. De overblijvende en wintergroene plant groeit in duinvalleien en -moerassen, in duingrasland en strandvlakten, in kalkmoerassen en langs beken, in laagveenmoerassen met kalkrijke kwel op de overgang van heiden naar beekdalen en verder in blauwgraslanden. Nederland valt geheel binnen het Europese deel van het areaal. De soort is plaatselijk algemeen op de Waddeneilanden en in kalkrijke duinen tussen Bergen en Castricum, zeer zeldzaam elders in kalkrijke duinen. In het Deltagebied en in het binnenland is ze nagenoeg verdwenen. Het taxon is sterk afgenomen door ontwatering (daardoor geen verjonging plaatsvindt) en het dichtgroeien van potentiële groeiplaatsen (heeft open plekken nodig tijdens vestiging). Knopbies vormt lagen zwarte humus, wordt door de wind bestoven en de gevormde, kortlevende en glanzend witte zaden worden eveneens hoofdzakelijk verspreid door de wind.
CC-BY-SA 3.0 René van Moorsel & Niko Buiten, 2018
|
EcologieBodemZonnige plaatsen op natte, voedselarme, zwak zure tot kalkrijke, zoete of ontziltende grond. Er zijn open plekken nodig tijdens de vestiging (zand, leem en veen).
GroeiplaatsZeeduinen (duinvalleien, duinmoerassen, valleitjes in duinweiland en strandvlakten omringd door duinen waaruit zoet water toevloeit), moerassen (kalkmoerassen en moerassen op de grens van beekdalen en heide met kalkrijke kwel) en grasland (blauwgrasland).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandPlaatselijk vrij algemeen op de Waddeneilanden en in de Hollandse duinen tussen Bergen en Castricum. Zeer zeldzaam elders in de duinen en bij Amersfoort.
VlaanderenZeer zeldzaam in de duinen en in de Zand- en Zandleemstreek.
WalloniëVroeger zeer zeldzaam in de moerassen van de Semois in Lotharingen.
WereldZuidwest-Azië, Noord-Afrika, Somalië en Zuid-, Midden- en West-Europa, noordelijk tot in Schotland en het Oostzeegebied. Andere ondersoorten komen voor in Zuid-Afrika, het Caribische gebied en in Californië.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuurErnst, W.H.O. & F. Piccoli (1995) Fruit development and performance of Schoenus nigricans in coastal dune slacks of Europe: an extension of H. G. Baker’s seed mass-altitude to a seed mass-latitude relationship.
Acta botanica neerlandica 44: 41-53
Ernst, W.H.O. & N.F. van der Ham (1988) Population structure and rejuvenation potential of Schoenus nigricans in coastal wet dune slacks.
Acta botanica neerlandica 37: 451-465
Heirman, J. (1987) Een foutieve melding van Zwarte knopbies (
Schoenus nigricans L.) in de Markvallei (Oost-Vlaanderen, België).
Dumortiera 39: 25-26
Kops, J. (1814) Schoenus nigricans - Zwartachtige Knop-Bies
Flora Batava 3: 186-186
Reichgelt, T.J. (1956) Cyperaceae.
Flora Neerlandica : 7-52
Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 2:
276Flora Batava 03:
plaatHeukels' Flora van Nederland, 23e ed.:
149Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
158Nederlandse Oecologische Flora 5:
275Wilde Planten 1:
267Wilde-Planten.nl:
paginaAfbeelding in de Zadenatlas (Digital Plant Atlas) Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De ronde stengels zijn stug en dragen alleen aan de voet bladeren. Knopbies vormt dichte pollen.
Bladeren De gootvormige bladeren hebben een overlangse groef, zijn minder dan 1 mm breed en worden naar de top vaak dor en bruin. Ze zijn half zo lang tot iets langer dan de stengel. De open bladscheden zijn glanzend donkerbruin.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloeiwijze is hoofdjesachtig, 1-1½ cm lang en bevat vijf tot vijftien zwartbruine, afgeplatte, langwerpige aartjes. Meestal zitten er twee schutbladen aan de voet. Het onderste steekt vaak boven de bloeiwijze uit en is 2-5 cm, maar soms tot 10 cm lang en is aan de voet schedeachtig verbreed. De helmknoppen worden tot bijna 0,5 cm lang. De stijl is lang, heeft drie stempels en is aan de voet iets verdikt. De kafjes zijn glanzend zwartbruin. De onderste twee tot vier kafjes hebben geen bloem. Daarop volgen meestal drie kafjes met volledig ontwikkelde bloemen en daarna nog eens twee met onvolledig ontwikkelde bloemen.
Vruchten Een eenzadige dopvrucht of nootje. De zaden zijn stomp driekantig, 1½ mm lang en glanzend wit. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.