EcologieBodemZonnige, open plaatsen (pionier) op natte tot vochtige, 's winters onder water staande, matig voedselareme tot voedselrijke en stikstofrijke grond (zand, leem, klei en zavel).
GroeiplaatsWaterkanten (rivierstrandjes, nat slib, drooggevallen plekken langs grote rivieren, langs beken, vijvers, greppels, poelen en plassen), moerassen, ruigten, wegranden, afgravingen (zand- en kleiwinningsplassen) en grasland (uiterwaarden en weiland).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandZeldzaam langs de grote rivieren. Elders zeer zeldzaam.
VlaanderenZeer zeldzaam.
WalloniëVroeger zeer zeldzaam in Lotharingen (nog aanwezig?).
WereldVoornamelijk in gematigde streken in Europa en West-Azië. Van Oost-Engeland en Noord-Spanje tot in West- en Midden-Azië, Noordwest-Afrika en Ethiopië. Noordelijk tot in Denemarken en Polen.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurSloff, J.G. & J.L. van Soest (1939) Het fluviatiele district in Nederland en zijn flora II.
Nederlandsch kruidkundig archief. Serie 3 49: 268-306
Verhaeghe, F. (2012) Twee groeiplaatsen van
Limosella aquatica (slijkgroen) en een nieuwe groeiplaats van
Pulicaria vulgaris (klein vlooienkruid) rond de Blankaart (Woumen) in 2011.
Dumortiera 101: 46-47
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De stengels zijn vaak wijd vertakt, meestal sterk rood gekleurd en enigszins wollig behaard. De zijtakken zijn langer dan de hoofdas. Klein vlooienkruid ziet er daarom wat struikachtig uit.
Bladeren De bladeren staan verspreid, hebben een iets golvende rand, zijn langwerpig en verspreid behaard. Aan de rand zijn ze vaak iets gekroesd of getand. De onderste bladeren zijn in een kort steeltje versmald. De bovenste bladeren zijn halfstengelomvattend. De wortelbladen zijn al tijdens de bloei.
Bloemen Polygaam (bloemen met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen en bloemen met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemhoofdjes zijn 0,8-1 cm. Ze zijn geel met zeer korte, rechtopstaande lintbloemen, die ongeveer even lang zijn als de buisbloemen. De omwindselbladen zijn lijnvormig en viltig.
Vruchten Een eenzadige dopvrucht of nootje. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.