Ecologie & verspreiding Knolbeemdgras staat op open, zonnige en zelden licht beschaduwde, droge, stikstofarme en matig voedselrijke, zwak zure tot basische, vaak verstoorde en betreden, neutrale tot kalkrijke zand- en leemgrond en op stenige plaatsen. Ze groeit in bermen (aan de voet van beuken) en middenstroken van duinpaden, op parkeerplaatsen en speelveldjes, in (berg)weiden en in droge weilanden, op stenige dijken, grindige spoorwegterreinen en op oude muren. De plant stamt waarschijnlijk uit Centraal-Aziatische zoutsteppen en is met schapenteelt verder westwaarts terecht gekomen. Nederland ligt in het noordwestelijke deel van het Europese deel van het hedendaagse verspreidingsgebied. De soort is zeldzaam in het Duindistrict, zeer zeldzaam in het rivierengebied, in het stedelijke gebied en langs het IJsselmeer. Het taxon heeft bovengrondse, kale, grijsgroene en vaak sterk rood tot paars aangelopen stengelbollen, vormt dichte zoden, heeft weinig of geen bloeistengels en verkleurd in mei al bruin. Er zijn een tweetal vormen van Knolbeemdgras bekend, zie hiervoor de beide variëteiten.
CC-BY-SA 3.0 René van Moorsel, 2015
|
EcologieBodemZonnige, zelden licht beschaduwde, open plaatsen op droge, matig voedselarme, zwak zure tot basische, neutrale tot kalkrijke, vaak verstoorde grond (zand en stenige plaatsen).
GroeiplaatsBermen (aan de voet van beuken), zeeduinen (bermen en middenstroken van duinpaden en parkeer- en speelveldjes), grasland (droog weiland, uiterwaarden en dorre zandkopjes in weiland), rivierdijken, stenige dijken, langs spoorwegen (op spoorwegterreinen tussen grind of bestrating) en oude muren.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandZeldzaam in de duinen en zeer zeldzaam in het rivierengebied, in stedelijke omgeving en langs het IJsselmeer. Voor het eerst gevonden in 1835.
VlaanderenVrij zeldzaam in de duinen en zeldzaam in het Maasgebied. Elders zeer zeldzaam.
WalloniëZeldzaam in het Maasgebied en de zuidelijke Ardennen. Elders zeer zeldzaam.
WereldWaarschijnlijk oorspronkelijk uit de Centraal-Aziatische zoutsteppen. Nu ook in Zuidwest- en Midden-Azië, Noordwest-Afrika en Europa, behalve in het noorden en noordwesten (noordwestelijk tot in Nederland). Ingeburgerd in Noord-Amerika, Zuid-Afrika en Australië.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuurCortenraad, J. (1995) Uit de flora van Limburg. Aflevering 38.
Natuurhistorisch Maandblad 84: 82-84
Gonggrijp, S. (2018) Campingadventieven.
Planten 7: 4-5
Jansen, P. (1951) Gramineae.
Flora Neerlandica : 7-274
Moes, G. & B. Sauerwein (1996) Das Knollige Rispengras (
Poa bulbosa L.) in Scherweiden (
Festuco-crepidetum capillaris Hülb. et Kienast 78) Kassels.
Floristische Rundbriefe 30: 13-19
van Eeden, F.W. (1893) Poa bulbosa - Bolvormend Beemdgras
Flora Batava 19: 1444-1444
Weeda, E.J. (1994) Knolbeemdgras (
Poa bulbosa L.) op Ameland.
Gorteria 20: 79-62
Weeda, E.J., A.H.P.M. Salman & G. van Ommering (1981) Over standplaats en voorkomen van
Poa bulbosa L. var.
bulbosa en var.
vivipara Koeler in Nederland, in het bijzonder in de duinstreek.
Gorteria 10: 135-146
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De stengels vormen bovengrondse bollen. Ze zijn kaal, grijsgroen en vaak sterk rood tot paars aangelopen. Ze hebben geen of maar weinig bloeistengels. Vaak zijn ze aan de voet vertakt, waarbij de zijstengels onderaan ook een bolletje dragen. Knolbeemdgras vormt dichte zoden.
Bladeren De bladen zijn vaak samengevouwen, min of meer gootvormig. Ze zijn verder dofgroen, maar worden al in mei bruin. Ze zijn een 0,5-2 mm breed. Het tongetje is spits en wordt tot 4 mm lang.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloempuim is meestal samengetrokken, staat naar één kant en is aan de gewelfde buitenkant iets paarsig of grijsgroen. De pluim kan normaal bloeiende aartjes hebben, maar er kunnen zich ook miniplantjes ontwikkelen.
Vruchten Een graanvrucht. Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.