EcologieBodemZonnige, warme, open plaatsen op droge, matig voedselrijke, meestal kalkarme, omgewerkte zandgrond.
GroeiplaatsAkkers (met name maisakkers, maar ook in hakvruchtakkers), moestuinen, bermen (omgewoelde plaatsen), ruigten, perken, plantsoenen, stortterreinen, haventerreinen, aan de voet van muren, wegranden en langs spoorwegen (spoorwegterreinen).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandZeldzaam, maar in het zuiden en oosten van het land plaatselijk vrij algemeen.
VlaanderenPlaatselijk vrij algemeen. De soort heeft zich de laatste jaren sterk uitgebreid.
WalloniëVrij algemeen in Brabant en het Maasgebied.
WereldWarm-gematigde streken in Azië, Afrika en Europa. Ingeburgerd in o.a. Noord-Amerika en Australië.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurGevers Deynoot, P.M.E. (1853) Setaria verticillata - Kransvormende Naaldaar
Flora Batava 11: 801-801
Jansen, M.T. & F.M. Muller (1963) Graanadventieven in en om Wageningen.
Gorteria 1: 147-149 [Een opsomming van graanadventieven in de jaren 1959-1962 aangetroffen in de Wageningse overslaghaven en aan de transportroutes naar Ede en Rhenen]
Jansen, P. (1951) Gramineae.
Flora Neerlandica : 7-274
Jongepier, J.W. (1983) Nieuwe vondsten van
Eragrostis minor Host,
E. pilosa (L.) Beauv. en andere van oorsprong adventieve grassen in 1982.
Gorteria 11: 234-236
van der Ham, R.W.J.M. & R. van der Meijden (1984) Afwijkingen bij
Setaria viridis (L.) Beauv. en
Setaria verticillata (L.) Beauv. (Korte meded.).
Gorteria 12: 37-37
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Bladeren De bladeren lijken veel op die van Groene naaldaar. De bladschede is meestal gewimperd aan de rand en aan de bovenkant hebben ze vaak verspreide haren.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De pluimas heeft alleen korte haren. De pluim is meestal aan de voet onderbroken. De borstels zijn 3-5 mm, meestal groen en met naar achteren gerichte tandjes. Bij het naar boven strijken voelen ze erg ruw aan. Bij andere soorten is dat andersom.
Vruchten Een graanvrucht. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.