EcologieBodemZonnige tot half beschaduwde, open tot grazige plaatsen op droge tot natte, voedselrijke, omgewerkte grond. Ook op iets zilte bodem (allerlei grondsoorten).
GroeiplaatsAkkers, bossen (open plekken in loofbossen), bosranden, heggen, struwelen, rivierduinen, dijken, waterkanten, bermen, grasland (weiland, hooiland en uiterwaarden), ruderale plaatsen, ruigten (voedselrijke ruigten), braakliggende grond, stortterreinen, puinhopen, boomgaarden, zandige bovenranden van kwelders, zeeduinen, strandvlakten (vaak in vogelkolonies), ruigten en zeedijken.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandZeer algemeen.
VlaanderenZeer algemeen.
WalloniëZeer algemeen.
WereldGematigde en koelere streken in Europa, Azië en Noordwest-Afrika. Ingevoerd in Australië en in gematigde delen van Noord- en Zuid-Amerika.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurJansen, P. (1951) Gramineae.
Flora Neerlandica : 7-274
Kops, J. & H.C. van Hall (1836) Agropyrum repens - kruipend Tarwgras (tarwegras)
Flora Batava 7: 486-486
Kops, J. & H.C. van Hall (1844) Triticum caesium - Blaauwgroen Tarwgras
Flora Batava 8: 607-607
Neuteboom, J.H. (1980) Variability of couch (Elytrigia repens (L.) Desv.) in grasslands and arable fields in two localities in The Netherlands.
Acta botanica neerlandica 29: 407-417
Sloff, J.G. & J.L. van Soest (1939) Het fluviatiele district in Nederland en zijn flora II.
Nederlandsch kruidkundig archief. Serie 3 49: 268-306
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De stengels staan rechtop, maar kunnen ook op de grond liggen. Soms zijn ze roodachtig.
Bladeren De bladeren kunnen al of niet behaard zijn. Ze worden 3 tot 8 mm breed en staan meestal vlak uitgespreid. De zwakke ribben zijn van boven afgerond. De bladeren zijn een halve slag gedraaid. De bladrand is niet ruw. De bladscheden kunnen kaal tot dicht behaard zijn, maar niet uitsluitend lang gewimperd. De spitse oortjes aan de top kruisen elkaar.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De rechtopstaande aar is vrij dicht of soms los en hangt dan over. Kelkkafjes met drie tot zeven nerven. De helmknoppen zijn 3-6 mm.
Vruchten Een graanvrucht. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Atlasblokken met waarnemingen
Het aantal atlasblokken (5x5 km) waarin de soort is gemeld binnen een periode van vijf jaar (vanaf 1980) of twintig jaar.
Niet gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en het aantal doorgegeven waarnemingen kan sterk variëren per periode,
dus een trend in verspreiding kan hier niet direct uit worden afgelezen. Het opgegeven jaartal is het eerste jaar van de
periode. Bron: gevalideerde waarnemingen uit de NDFF.
© FLORON & NDFF
download hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.
De bloeiperiode is dit jaar 6 dagen eerder dan het langjarig gemiddelde.