EcologieBodemZonnige tot licht beschaduwde plaatsen op vochtige tot natte, matig voedselrijke tot voedselrijke, kalkrijke tot zwak zure grond (vrijwel alle grondsoorten, maar niet op zware zeeklei en erg schraal zand). Vaak op plekken met opgehoopt dood, plantaardig materiaal.
GroeiplaatsMoerassen (rietland en trilveen), waterkanten (o.a. langs greppels, sloten, verruigde rietkragen, hogere delen van oevers met ophopend aanspoelsel en stenen beschoeiingen), bossen (natte loofbossen en moerasbossen), bosranden, struwelen, kapvlakten, ruigten (natte ruigten), langs spoorwegen (spoorbermen), kanaalbermen, tussen straatstenen, plantsoenen, parken, recreatieterreinen en zeeduinen (kalkrijkere plekken in duinvalleien).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandAlgemeen, maar vrij zeldzaam in het noordelijk zeekleigebied en op de Waddeneilanden.
VlaanderenAlgemeen.
WalloniëAlgemeen, maar zeldzaam in de Ardennen.
WereldZuidwest-Azië, de Himalaya, Noordwest-Afrika en Europa. Noordelijk tot in Zuid-Scandinavië.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurBeringen, R. (2017) Portret van een plant: Koninginnekruid.
Planten 6: 24-24
Egelmeers, J. & P. Grooten (2005) De flora rondom Houthem in 1986 en 2004.
Natuurhistorisch Maandblad 94: 58-61
Kops, J. (1800) Eupatorium cannabinum - Hennip-bladig Leverkruid
Flora Batava 1: 78-78
Thijsse, J.P. (1915) Leverkruid.
De Levende Natuur 20: 147-151
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De rechtopstaande stengels zijn vaak rood aangelopen. Ze zijn rijk bebladerd en alleen in de bloeiwijze vertakt. Ook zijn ze kort en vrij dicht behaard.
Bladeren De tegenoverstaande bladeren hebben een korte steel. Ze zijn handvormig driedelig of vijfdelig. De slippen zijn grof gezaagd. De bovenste bladeren zijn niet gedeeld.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemhoofdjes groeien in dichte, iets afgeplatte pluimen. De hoofdjes bevatten vier tot zes bloemen en zijn 2-5 mm. De bloemen zijn rozewit tot rozerood. Er zijn alleen buisbloemen die ongeveer 0,5 cm lang worden. Aan de top zijn ze klokvormig verwijd.
Vruchten Een eenzadige dopvrucht of nootje. De zaden zijn 3 mm lang, vijfkantig en met bruinwitte vruchtpluisharen. De zaden zijn kortlevend (één tot vijf jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.