Ecologie & verspreiding Kleine leeuwentand groeit op open plekken op vochtige tot droge matig voedselrijke grond. Hij is in ons land een algemene soort. Sommige delen van Flevoland heeft hij echter nog niet bereikt. Ook in grote delen van Groningen en Drenthe is hij minder algemeen. Voor de periode voor 1950 geldt dat hij bekend is uit 979 atlasblokken, in 1950-1980 uit 1003 atlasblokken en na 1980 uit 1352 atlasblokken, zodat kan worden gesproken van vooruitgang. Die vooruitgang is vooral te danken aan een toename in het noordoosten van het land. Kleine leeuwentand wordt nogal eens verward met de Ruige leeuwentand, die boven de grote rivieren echter niet of nauwelijks voorkomt. Een duidelijk verschil is de donkere rand in de vorm van een gotisch raam op de buitenkant van de kale omwindselblaadjes van het hoofdje bij Kleine leeuwentand.
CC-BY-SA 3.0 Egbert de Boer, 2014
|
EcologieBodemZonnige, vrij open plaatsen op droge tot vochtige, voedselarme tot matig voedselrijke, min of meer verdichte, neutrale (zwak zure tot kalkrijke) grond. De plant verdraagt enig zout (zand, leem, zavel, lichte klei en stenige plaatsen, zelden op veen).
GroeiplaatsBermen ('s winters gepekelde wegen en langs zandwegen), dijken, zeeduinen (duinhellingen, duinvalleien en laag blijvend duingrasland), grasland (grasvelden, glooiingen in reliëfrijk, weiland, ook iets zilt en overgangen van moeras naar grasland), afgravingen (leem-, zand- en kleigroeven), opgespoten grond (kalkrijk zand), ijsbaantjes, heide (leemkuilen), waterkanten (slootkanten in veenweidegebied) en tussen straatstenen.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandVrij algemeen, vooral in de duinen, maar zeldzaam in het noordoosten van het land en in Zuid-Limburg.
VlaanderenAlgemeen in de duinen en vrij algemeen in de Kempen. Elders vrij zeldzaam tot zeldzaam.
WalloniëVrij zeldzaam tot zeldzaam.
WereldHoofdzakelijk in West-Europa. Ook op de Canarische eilanden en de Azoren en op verspreide plaatsen in Midden-Europa. Ingevoerd in Noord- en Zuid-Amerika en Nieuw-Zeeland.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuurBeringen, R. (2022) Kleine leeuwentand of Thrincia
Planten : 24-
Kops, J. (1822) Leontodon hirtum - Ruwe Paarde-Bloem
Flora Batava 4: 279-279
Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 3:
95Flora Batava 04:
plaatHeukels' Flora van Nederland, 23e ed.:
625Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
697Nederlandse Oecologische Flora 4:
159Wilde Planten 1:
231Wilde-Planten.nl:
paginadeze soort in de Zadenatlas van Nederland Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De stengels zijn niet vertakt en dragen geen bladeren. Vaak zijn ze boogvormig opstijgend en onder de hoofdjes nauwelijks verdikt. Ze kunnen zowel behaard als vrijwel kaal zijn.
Bladeren De behaarde bladeren zijn smal langwerpig met de grootste breedte boven het midden. Ze zijn gaafrandig tot veerspletig.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De gele, alleenstaande bloemhoofdjes zijn 1,2-2 cm en knikken voordat ze gaan bloeien. De buitenste lintbloemen hebben aan de onderkant een groenige tot blauwgrijze hoogtestreep. Het omwindsel is urnvormig en bestaat uit een rij bootvormige, zwartgerande blaadjes en enkele zeer kleine priemvormige buitenomwindselblaadjes.
Vruchten Een eenzadige dopvrucht of nootje. De randzaden zijn gekromd, niet gesnaveld en hebben vruchtpluis van schubben. De andere zaden zijn vrij recht en hebben een tot ongeveer 1 mm lange snavel. Het vruchtpluis bestaat uit twee rijen haren: een buitenste rij van een klein aantal aan de voet verbrede haren en een binnenste rij van geveerde haren. De zaden zijn kortlevend (één tot vijf jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.