EcologieBodemZonnige tot licht beschaduwde plaatsen op droge tot vochtige, voedselarme tot matig voedselrijke, zwak zure, humushoudende grond (zand, leem, lichte klei, verdroogd veen, mergel en grind).
GroeiplaatsGrasland (schraal grasland en licht bemeste weiden op kalkhellingen), bermen, kleiige dijken, bossen (langs bospaden), kapplekken, stormvlakten, brandvlakten, tussen straatstenen, oude industrieterreinen, langs spoorwegen (spoorwegterreinen), braakliggende grond, verlaten akkers, afgravingen (droge delen van zandgroeven), heide (droge heidevelden, veenkaden en oud veenmosrietland), bovenrand van veensloten en sintelvlakten bij zinkindustrie.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandZeer algemeen.
VlaanderenZeer algemeen.
WalloniëAlgemeen.
WereldWest- en Midden-Azië en vrijwel heel Europa. Ingeburgerd in andere werelddelen.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurHeimans, J. (1937) De oorsprong van de zinkflora aan de Geul.
Natuurhistorisch Maandblad 26: 11-15
Jansen, P. (1951) Gramineae.
Flora Neerlandica : 7-274
Kops, J. & H.C. van Hall (1832) Agrostis vulgaris - Gemeen Struisgras
Flora Batava 6: 407-407
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels Bloeistengels en niet-bloeiende (zij)stengels, waarvan de bladeren schuin omhoog staan, soms gaan ze liggen en kunnen zo uitlopers vormen.
Bladeren De vlakke, ruwe bladeren zijn 2-5 mm breed. Het tongetje is ongeveer 2 mm lang. Het gras vormt losse zoden.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De ijle, vaak paarsige pluim wordt 5-15 cm lang. Na de bloei staat de pluim uitgespreid. De roodpaarse aartjes zijn 3-4 mm, lang en bevatten één bloem.
Vruchten Een graanvrucht. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.